Logo
  • Nieuws
  • 10 oktober 2011
  • mr. Esther van den Bergh, AKD Advocaten

Loonsanctie na opvolgen onjuist advies re-integratiecoach

Als een re-integratiecoach adviseert een arbeidsongeschikt geraakte werknemer geen begeleiding te bieden, besluit de organisatie geen outplacementtraject te starten. Dit gaat echter tegen het advies van de bedrijfsarts in.

Beeld Loonsanctie na opvolgen onjuist advies re-integratiecoach

Nadat een werknemer arbeidsongeschikt was geraakt, komt vast te staan dat re-integratie in een eigen dan wel aangepaste functie binnen de onderneming van de werkgever niet mogelijk is. De werkgever besluit derhalve het re-integratietraject tweede spoor op te starten. De werkgever schakelt daarvoor een re-integratiecoach in. Deze re-integratiecoach voert met de werknemer vier gesprekken, gericht op het verkrijgen van zelfinzicht en komt tot de conclusie dat 'de beste begeleiding géén begeleiding is'. De werkgever neemt dit advies ter harte en besluit, in tegenstelling tot het advies van de bedrijfsarts, geen outplacementtraject te starten.

 

Verlenging loondoorbetalingsverplichting

Het UWV is van mening dat deze werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en verlengt de loondoorbetalingsverplichting met 52 weken. De werkgever kan zich hierin echter niet vinden en start een procedure. De werkgever voert in deze procedure aan dat er geen aanleiding was om aan het advies van de re-integratiecoach niet op te volgen. Ook voert de werkgever aan dat gezien de zwakke financiële positie van de onderneming er geen outplacementbureau kon worden ingeschakeld.

 

Re-integratie-inspanningen tweede spoor onvoldoende

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) gaat hierin niet mee. De CRvB acht van belang dat de werkgever geen offertes heeft aangevraagd bij verschillende re-integratiebedrijven, waarmee komt vast te staan dat de beslissing om geen outplacementtraject te starten is gebaseerd op het advies van de re-integratiecoach en niet op financiële overwegingen. De CRvB oordeelt voorts dat de werkgever te afwachtend is geweest en de re-integratie-inspanningen wat betreft het tweede spoor onvoldoende zijn gebleven. Het besluit van het UWV tot opleggen van een loonsanctie houdt derhalve stand.

 

Centrale Raad van Beroep 27 juli 2011, LJN: BR3512

 

Tip

Uit vaste jurisprudentie volgt dat een werkgever verantwoordelijk is en blijft voor de re-integratie, zodat hij zich niet kan verschuilen achter het (onjuiste) advies van een ingeschakelde derde. Houdt derhalve de vinger aan de pols bij inschakeling van derden in een re-integratietraject, zoals de bedrijfsarts of een re-integratiecoach. Indien er fouten worden gemaakt, bent u daarvoor aansprakelijk. 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.