Arbeidsongeschikt: tweemaal recht op 104-wekentermijn?
Een taxichauffeur die 20 uur per week werkt, meldt zich op 12 februari 2007 arbeidsongeschikt vanwege een gebroken rechterenkel. Op 1 januari 2008 hervat hij op arbeidstherapeutische basis zijn werk. Op 18 augustus 2008 gaat hij weer volledig aan de slag, nadat hij dit per brief op 15 augustus aan de werkgever kenbaar heeft gemaakt. Een maand later, op 15 september, breekt hij zijn linkerenkel. Is hiermee een nieuwe 104-wekenperiode ingegaan?
UWV meent van wel. Zij wijzen de aanvraag van de werknemer voor een WIA-uitkering af. De werkgever stopt de loondoorbetaling per 1 maart 2009, omdat hij van mening is dat de 104 wekentermijn is verstreken. De werkgever stelt zich op het standpunt dat de werknemer nimmer volledig arbeidsgeschikt is geweest en dat dit niet uit het briefje van 15 augustus mag worden afgeleid. De werknemer vordert in kort geding loon vanaf 1 maart 2009.
Loonvordering toegewezen
De kantonrechter meent dat een werknemer in eerste instantie zelf bepaalt wanneer sprake is van ziekte en van herstel. Indien de werkgever aan het standpunt van de werknemer twijfelt, kan de bedrijfsarts worden ingeschakeld en desnoods het UWV.
Dit heeft de werkgever niet gedaan. Deze heeft de werknemer ingeroosterd, waarbij hij zelfs meer uren heeft gewerkt dan contractueel is overeengekomen. De termijn van vier weken begon op 16 augustus 2008 en eindigde op 13 september 2008. De loonvordering van de werknemer wordt toegewezen.
Kantonrechter Zwolle, 26 januari 2010, LJN BL1522
Tip: De werkgever had na ontvangst van de herstelmelding door de werknemer direct in actie moeten komen omdat de inhoud van deze melding niet in overeenstemming leek te zijn met de rapportage van de bedrijfsarts. De werkgever heeft dit niet gedaan en dit is hem duur komen te staan.
