In de verpleging, verzorging en bouw wordt het minste gesolliciteerd. Gemiddeld heeft slechts een kwart van de personen in deze beroepsgroepen gesolliciteerd. Dit is opvallend, aangezien juist veel mensen in deze beroepsgroep hun baan (dreigen te) verliezen. “Wat het nog opvallender maakt, is dat de arbeidsmarktsituatie in deze beroepsgroepen, vooral op (v)mbo-niveau, niet goed is. In tegenstelling tot actief arbeidsmarktgedrag, zien we juist passief gedrag,” aldus de Academie.

Verklaringen afwachtende houding

Angst, het niet zien van perspectief en het ontbreken en niet kunnen vinden van interessante vacatures zijn belangrijke verklaringen hiervoor. Juist nu veel werkgevers in de bouw en verzorging aan het reorganiseren zijn, staan werkgevers voor een extra uitdaging om deze nauwelijks mobiele groep in beweging te brengen.

Directie en ICT’ers zijn ook groepen die minder dan gemiddeld solliciteren. Gezien de krapte van het arbeidsmarktsegment waar zij zich in bewegen, kunnen zij zich de afwachtende houding echter permitteren. In plaats van solliciteren, is de kans groter dat zij worden benaderd door een werkgever.

Andere groepen kijken uitgebreid om zich heen

Naast callcenter medewerkers kijken ook marketeers en werknemers in de PR, reclame, communicatie en grafische dienstverlening flink om zich heen. “Waar functiegebieden als verzorging en bouw minder actief worden op de arbeidsmarkt op moment dat het slecht gaat, zien we juist dat personen werkzaam in sport, grafische dienstverlening en de reclamewereld erop uittrekken om nieuw werk te zoeken. Door actief te solliciteren nemen werknemers regie over hun eigen toekomst, terwijl passieve doelgroepen kansen op de arbeidsmarkt verliezen. Werkgevers en sociale partners zouden meer aan employabilitycommunicatie moeten doen om de bewustwording van deze groepen te vergroten,” aldus Geert-Jan Waasdorp, mede-oprichter Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie.