Nieuwe Ziektewet maakt publiek verzekeren minder aantrekkelijk
Eind 2012 is de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BEZAVA) aangenomen. Door deze Modernisering van de Ziektewet kunnen de premiekosten die werkgevers betalen voor de uitkering van zieke ex-werknemers flink toenemen. Eén werknemer die ziek uit dienst gaat, kan een werkgever uiteindelijk ruim 250.000 euro kosten. Werkgevers die eigenrisicodrager worden voor de Ziektewet hebben meer mogelijkheden zelf de regie te pakken bij re-integratie van zieke werknemers. Daarmee kunnen zij hun uitkeringslasten omlaag brengen. Bovendien profiteren eigenrisicodragers meteen van de financiële voordelen die dit oplevert, terwijl publiek verzekerde werkgevers de lagere lasten pas twee jaar later terugzien in de premie die zij aan het UWV betalen.
De Modernisering Ziektewet omvat maatregelen voor zowel werkgevers als voor uitkeringsgerechtigden.
Voor werkgever: sectorpremie Ziektewet wordt individuele premie
Publiek verzekerde werkgevers met meer dan honderd werknemers krijgen in 2014 te maken met een gedifferentieerde Ziektewetpremie voor ex-werknemers die na 1 januari 2012 een uitkering hebben gekregen. Op dit moment betalen de werkgevers deze uitkeringen nog via een premie die per sector wordt bepaald. Zowel deze sectorpremie als de individueel gedifferentieerde premie worden berekend op basis van ziektewetuitkeringen van twee jaar terug. Als een publiek verzekerde werkgever erin slaagt zijn ziekteverzuim te verlagen, worden de lagere uitkeringslasten ook pas twee jaar later merkbaar.
Voor werkgever: doorbelasting WGA voor flexwerkers
Met ingang van 1 januari 2014 komt er een aparte premiedifferentiatie voor de WGA voor flexwerkers, dit zijn ex-medewerkers die ziek uit dienst zijn gegaan, een Ziektewetuitkering hebben ontvangen en daarna in de WGA terecht zijn gekomen. Deze zogenaamde WGA flex-premie kent in 2014 en 2015 uitsluitend een publieke verzekeringsmogelijkheid, vanaf 2016 worden WGA-vast en WGA-flex samengevoegd in één gedifferentieerde WGA-premie en ontstaat de mogelijkheid om privaat te verzekeren door voor het geheel WGA-eigenrisicodrager te worden.
Voor uitkeringsgerechtigde: ondergrens en algemeen geaccepteerde arbeid
Voor mensen met een eerste ziektedag na 1 januari 2013 geldt onder meer dat werknemers die in staat zijn 65% van hun laatstverdiende maatmaninkomen te verdienen, geen uitkering meer ontvangen. Ook veranderen de regels met betrekking tot de keuringen voor werknemers. Vanaf de 52ste ziekteweek moeten uitkeringsgerechtigden ook werk accepteren dat niet direct aansluit bij hun opleiding of werkervaring. 'Zijn arbeid' wordt dus na een jaar ziekte 'algemeen geaccepteerde arbeid'. Dit kan betekenen dat circa 60% van de ex-werknemers niet langer recht heeft op een uitkering.
Voor uitkeringsgerechtigde: arbeidsverledeneis bij uitkering
Op dit moment bedraagt de Ziektewet-uitkering 70% van het laatstverdiende loon (tot het maximum dagloon). Voor mensen die na 1 januari 2014 langdurig ziek worden, werd in het oorspronkelijke voorstel de Ziektewetuitkering afhankelijk van het arbeidsverleden. Iemand die bijvoorbeeld vijf jaar heeft gewerkt en dan ziek wordt, zou vijf maanden een uitkering ontvangen ter hoogte van 70% van het laatstverdiende (gemaximeerde) loon, daarna zou hij of zij 70% van het minimumloon ontvangen. Deze maatregel zou oorspronkelijk ook ingaan per 1 januari 2013, maar bij de behandeling van het wetsvoorstel is besloten dit een jaar uit te stellen, waarbij de Stichting van de Arbeid met een alternatief mag komen. Of de Stichting van de Arbeid hierin zal slagen is op dit moment nog niet bekend. Met het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 is dit voorstel zelfs helemaal ingetrokken. De Ziektewet-uitkering blijft dus 70% van het laatstverdiende loon.
Financieel voordeel publiek verzekerde werkgevers twee jaar vertraagd
De maatregelen voor uitkeringsgerechtigden zijn ingegaan vanaf 1 januari 2013 en zijn, naast het doorvoeren van bezuinigingen voor de overheid, bedoeld om zieke (ex-) medewerkers te stimuleren (gedeeltelijk) aan het werk te gaan. Hierdoor dalen de uitkeringslasten voor de Ziektewet en dus ook de kosten voor werkgevers. Echter, het effect van deze verlaging werkt pas door in de publieke premie vanaf 2015. Het effect van de arbeidsverledeneis werkt pas door in de publieke premie vanaf 2016. De uitkeringslasten worden immers met een vertraging van 2 jaar doorberekend aan werkgevers. Eigenrisicodragers voor de Ziektewet ondervinden hier echter direct vanaf 2014 de voordelen van.
Eigenrisicodragerschap kan kosten besparen
Door eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet, voeren werkgevers zelf de regie en kunnen zij (ex-)werknemers beter begeleiden bij ziekte. Door deze inspanningen herstellen werknemers sneller, waardoor werkgevers minder uitkeringen hoeven te doen en zo kosten kunnen besparen.
De eigenrisicodrager voor de Ziektewet moet naast de re-integratieverplichtingen ook onder meer recht, hoogte en duur van de Ziektewetuitkering vaststellen en moet daarnaast ook daadwerkelijk zelf de uitkeringen verzorgen. De eigenrisicodrager neemt dus veel taken van het UWV over. Werkgevers kunnen er ook voor kiezen om de uitvoering geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan een derde partij.
Een effectieve aanpak van de instroom in de Ziektewet leidt ook tot een lagere gedifferentieerde WGA-flexpremie. Dat is de premie die werkgevers betalen voor ex-werknemers met een tijdelijk dienstverband die vanaf 2012 vanuit de Ziektewet in de WGA zijn terechtgekomen en dus een eerste ziektedag vanaf 2010 hebben gehad. Deze WGA-flexpremie wordt in 2016 samengevoegd met de huidige gedifferentieerde WGA-premie. Met een lage instroom in de Ziektewet, wordt uiteindelijk ook de instroom in de WGA lager, wat een aanzienlijke kostenbesparing voor werkgevers met zich mee kan brengen.
Het kan dan ook het zeer verstandig zijn om voor de Ziektewet te kiezen voor het eigenrisicodragerschap. Immers, bij een voor de Ziektewet publiek verzekerde werkgever neemt het UWV alle re-integratie inspanningen tijdens de Ziektewet-periode voor zijn rekening. De cijfers in het verleden hebben uitgewezen dat het UWV hier niet succesvol in is geweest. Als de ex-werknemer na de Ziektewet-periode in de WGA terechtkomt, worden deze WGA-lasten ook doorberekend aan de ex-werkgever. Door te kiezen voor het eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet kan de werkgever veel meer invloed uitoefenen op de toe te rekenen schadelast, zowel voor de Ziektewet als voor de WGA.
Rekenvoorbeelden
Onderstaande rekenvoorbeelden laten voor verschillende typen bedrijven de mogelijke kostenbesparingen zien.
- Besparingspotentieel voor een instelling in de gezondheidszorg met een premieloonsom van 50 miljoen euro en 1.500 werknemers: 90.000 euro.
- Besparingspotentieel voor een winkelbedrijf met een premieloonsom van 25 miljoen euro en 1.000 werknemers: 55.000 euro.
- Besparingspotentieel voor een transportbedrijf met een premieloonsom van 10 miljoen euro en 350 werknemers: 32.000 euro.
Overig
Het financiële voordeel voor werkgevers die eigenrisicodrager worden neemt ook toe doordat het zogeheten inlooprisico bij het UWV mag worden achtergelaten. Eigenrisicodragers voor de Ziektewet zijn dus alleen verantwoordelijk voor (ex-)werknemers met een eerste ziektedag na de datum dat zij eigenrisicodrager zijn geworden. Daarnaast is, in tegenstelling tot voor de WGA, bij het eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet geen garantieverklaring vereist. Dit betekent dat er zonder verzekeringsoplossing gekozen kan worden voor het eigenrisicodragerschap.
Inventarisatie huidige risico’s
De Ziektewet is een lastig dossier, zeker ook door alle recente en toekomstige wijzigingen. De nieuwe Ziektewet biedt echter ook kansen voor werkgevers. Het is voor een werkgever belangrijk om goed na te gaan of een overstap van publiek verzekeren naar het eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet loont. Voorwaarde is wel dat er een grondig onderzoek op basis van de juiste uitgangspunten aan deze keuze ten grondslag ligt. Door een juiste inventarisatie van de huidige risico's kan een zeer verstandige, gefundeerde en vaak financieel aantrekkelijk keuze worden gemaakt.
Het eerstvolgende moment dat werkgevers kunnen overstappen is 1 januari 2014, de aanvraag moet echter uiterlijk op 1 oktober 2013 bij de Belastingdienst worden ingediend. Naast de aanvraag moet ook een overeenkomst worden ingestuurd, waaruit blijkt dat de uitkeringsgerechtigden voor wie de eigenrisicodrager verantwoordelijk is onder de begeleiding van een gecertificeerde Arbo-dienst of een BIG-geregistreerde bedrijfsarts vallen.
mr. Bart Mol is specialist Sociale Zekerheid bij Aon, afdeling Corporate Wellness
Inspelen op gevolgen Modernisering Ziektewet
Hoe kunt u uw risico's beperken? In het HR rapport "Slim inspelen op de gevolgen van Modernisering Ziektewet" staan alle belangrijke ontwikkelingen op een rij en biedt u een handreiking om risico’s boven tafel te krijgen. Zodat u die maatregelen kunt treffen die nodig zijn om slim in te spelen op alle veranderingen.