Werkgeverslasten 2019: personeel duurder
Werkgevers betalen in 2019 meer voor hun personeel. Weliswaar dalen de sectorpremies, maar werkgevers zijn meer kwijt aan andere algemene bijdragen zoals de werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw), het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en de algemene werkloosheidspremie (Awf).
Met name in de overheidssector drukken hogere pensioenlasten op de werkgeverskosten. Dit kan een werkgever tot wel 160 euro per maand extra kosten per ambtenaar. Een opvallende uitzondering op het algemene beeld is de bouwsector. Door een sectorpremie van 0% worden werknemers in de bouw juist goedkoper. Dit kan oplopen tot een voordeel van 225 euro per werknemer per vier weken.
Deze cijfers volgen uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP op basis van de premies vanaf januari 2019.
Een van de oorzaken van de stijgende kosten voor personeel is de toename van de Awfpremie. Deze premie, waarmee WW-uitkeringen worden gefinancierd, stijgt van 2,85% naar 3,6%. Hiermee wordt onder andere de compensatie voor het betalen van een transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte bekostigd.
Premies sectorfondsen
Ervan uitgaande dat de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) door de Tweede en Eerste Kamer wordt aangenomen, is 2019 het laatste jaar waarin sectorpremies worden geheven. Vanaf 2020 is er dan nog maar één WW-premie, die afhankelijk is van de lengte en omvang van het arbeidscontract. De gemiddelde sectorpremie 2019 bedraagt 0,77% en is hiermee 0,51 procentpunt lager dan die van 2018. Voor 48 sectoren daalt de sectorpremie, voor 13 sectoren stijgt deze. De vijf grootste premiestijgingen zijn te zien in de sectoren Verzekeringswezen (+0,66 procentpunt), Uitgeverij (+0,65 procentpunt), Railbouw (+0,33 procentpunt),
Binnenscheepvaart (+0,28 procentpunt) en Suikerverwerkende Industrie (+0,26 procentpunt). De hoogste sectorpremies zijn de premies bij Uitzendbedrijven (2,42%), Banken (2,19%) en Uitgeverijen (2,19%).
Zorgverzekeringswet
Net als in 2018 stijgt ook dit jaar de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). De werkgeversbijdrage stijgt van 6,90% naar 6,95% en is hiermee terug op het niveau van 2015. Voor werknemers die meer dan 55.927 euro per jaar verdienen, moet bijna 10 euro per maand meer worden betaald.
Bouw: sectorpremie 0%
Opvallend is dat de sectorpremie voor de bouwsector daalt van 5,74% naar 0%. Deze 0%-premie geldt zowel voor korte als lange contracten. Naast de teruglopende werkloosheid in de bouwsector heeft ook het positieve vermogen van het sectorfonds een belangrijke invloed. Een werknemer met een vierwekenloon van 3.000 euro wordt 163 euro voordeliger. Bij iemand met een salaris van 4.500 euro scheelt dit maar liefst 215 euro.
Metaal & Techniek: hogere algemene premies
Iets lagere pensioenpremies zijn niet voldoende om de hogere algemene premies te compenseren. Voor een werknemer met een maandloon van 3.000 euro is 4 euro minder aan pensioenpremie verschuldigd, maar stijgen de overige werkgeverslasten met 15 euro. Per saldo wordt deze werknemer dus 10 euro duurder per maand. De hogere kosten lopen op tot 37 euro voor werknemers met een salaris van meer dan 5.500 euro.
Zorg & Welzijn: lagere pensioenlasten niet voldoende
Over de gehele linie worden werknemers in de sector Zorg & Welzijn duurder. Ook hier compenseren de lagere pensioenlasten niet de stijging van de algemene premies. Voor een werknemer met een modaal inkomen (2.778 euro) betaalt een werkgever 16 euro meer per maand. Bij een werknemer die 5.250 euro verdient, zijn de werkgeverslasten 51 euro hoger in vergelijking met 2018.
Overheid: stijgende pensioenlasten maken ambtenaar duurder
Stijgende pensioenlasten zorgen ervoor dat de werkgeverslasten extra omhooggaan in deze sector. Voor een ambtenaar die 3.000 euro verdient, moet 27 euro per maand meer worden betaald. Bij een loon van 5.000 euro is een overheidsinstelling 79 euro meer kwijt. Het grootste deel hiervan (50 euro) komt door een hogere pensioenpremie. Een ambtenaar die drie keer modaal verdient, wordt 160 euro per maand duurder.
Transport: wisselend beeld
Een aanpassing van het maximumloon waarover pensioen wordt opgebouwd en de franchise zorgt voor een wisselend beeld ten aanzien van de pensioenlasten in de transportsector. Voor werknemers die tot 4.500 euro per maand verdienen, is minder pensioenpremie verschuldigd. Voor werknemers boven de 4.500 euro stijgen de pensioenlasten met 15 euro per maand. Hoewel de sectorpremie fors daalt, worden werknemers over de gehele linie duurder. De werkgeverslasten stijgen met 4 euro bij een werknemer die 3.000 euro verdient. Vanaf 5.250 euro stabiliseert het op 52 euro per maand.
Wetswijzigingen 2019
Het kraamverlof van twee dagen wordt vervangen door de Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG). Partners van de moeder krijgen per 2019 recht op geboorteverlof van eenmaal de wekelijkse arbeidsduur (vijf dagen bij fulltime dienstverband). De werkgever moet het loon doorbetalen. Vanaf 1 juli 2020 komen hier nog eens vijf weken extra geboorteverlof bij. In dat geval ontvangt de werknemer een uitkering van UWV ter hoogte van 70% van het loon. Per 2019 wordt het adoptieverlof uitgebreid van vier naar zes weken.
Per 1 juli 2019 worden de minimumlonen niet alleen met de halfjaarlijkse aanpassing verhoogd. Vanaf die datum is het 100% minimumloon van toepassing vanaf 21 jaar. Ook de bedragen voor jongeren worden aangepast. Een 20-jarige heeft vanaf 1 juli recht op 80% van het minimumloon. Nu is dat nog 70%.