Privégebruik auto van de zaak: wel of geen btw-heffing?
De Hoge Raad deed onlangs vier uitspraken over btw die moet worden betaald over het privégebruik van auto’s van de zaak. In deze uitspraken oordeelt de Hoge Raad over problemen die samenhangen met de wijziging van de heffing van btw over het privégebruik van een auto van de zaak per 1 juli 2011. Vanaf die datum is de ondernemer btw verschuldigd over de kosten van het privégebruik, indien voor het gebruik van de auto geen vergoeding wordt ontvangen.
De Hoge Raad oordeelt dat als het gebruik van de forfaitaire regeling ertoe heeft geleid dat de ondernemer meer btw heeft betaald dan over de aan het privégebruik toe te rekenen uitgaven, de ondernemer recht heeft op een teruggave van btw. De ondernemer moet dan gegevens verstrekken over de omvang van het privégebruik, zoals de aard van de onderneming of de werkzaamheden binnen de onderneming.
Privégebruik van leaseauto’s
Ook was aangevoerd dat leaseauto’s voor de btw anders worden behandeld dan auto’s die de ondernemer in eigendom heeft, omdat voor leaseauto’s die zonder vergoeding voor privédoeleinden worden gebruikt, geen heffing van btw verschuldigd zou zijn. Volgens de Hoge Raad was hier echter geen sprake van, omdat bij beide gevallen btw verschuldigd is.
Terugwerkende kracht gerechtvaardigd
De wetswijziging waarbij een lage vergoeding voor privégebruik wordt ‘opgetrokken’ naar de marktwaarde heeft plaatsgevonden per 1 januari 2012. Naar het oordeel van de Hoge Raad is de terugwerkende kracht van de regeling gerechtvaardigd, onder meer omdat de wetswijziging al in juni 2011 is aangekondigd door middel van een persbericht.
Privégebruik
Ook onder de vóór 1 juli 2011 geldende regelgeving mochten ondernemers een forfaitaire regeling gebruiken voor het privégebruik van de auto van de zaak. In dat besluit stond dat de ondernemer de over het privégebruik verschuldigde btw aan het eind van het jaar moest betalen. Omdat dit beleidsbesluit met ingang van 1 juli 2011 was ingetrokken, werd aangevoerd dat er geen grondslag meer was voor deze ‘eindejaarsheffing’.
De Hoge Raad oordeelt anders en heeft beslist dat de verplichting is blijven bestaan om aan het einde van het jaar 2011 over het privégebruik van de auto van de zaak in het eerste halfjaar van 2011 btw te betalen.
Twee miljoen bezwaarschriften
In twee van de vier zaken verwijst de Hoge Raad de zaak naar het hof ’s-Hertogenbosch. Dat hof zal moeten onderzoeken wat de omvang van het privégebruik van de auto’s in de desbetreffende zaken is. In de andere twee zaken zijn alle klachten door de Hoge Raad ongegrond verklaard. De hiervoor omschreven wijzigingen in de regelgeving hebben geleid tot een groot aantal (rond de twee miljoen) bezwaarschriften. De staatssecretaris van Financiën heeft deze bezwaarschriften aangewezen als massaal bezwaar. Aan de hand van deze vier uitspraken van de Hoge Raad zal de Belastingdienst over deze bezwaarschriften beslissen.