SER doet aanbevelingen om chronisch zieken aan het werk te houden
Het aantal mensen met een chronische ziekte stijgt de komende jaren verder. Van 5,3 miljoen mensen in 2011 naar 7 miljoen in 2030. Nu al heeft ongeveer 1 op de 5 mensen in de beroepsbevolking één of meer chronische ziekten. Dat zal de komende jaren toenemen, mede doordat steeds meer mensen langer doorwerken. Om chronisch zieken aan het werk te houden doet de Sociaal Economische Raad (SER) aanbevelingen om de ondersteuning te verbeteren en meer te doen aan preventie.
De aanbevelingen zijn binnen de werksituatie vooral gericht op de werkende zelf, de werkgever en de bedrijfsarts. Maar ook de sociale partners, arbeidsgerelateerde en reguliere zorg, kenniscentra, patiëntenverenigingen, uitvoeringsorganisaties en het kabinet zijn aan zet met deze aanbevelingen aldus de SER.
Vergroot kennis en verbeter de dialoog
De kennis van arboregels en bestaande subsidieregelingen moet verbeteren, zodat de regels beter worden nageleefd en voorzieningen voor bijvoorbeeld werkaanpassingen vaker worden benut. Ook is meer kennis bij werkgevers en werkenden nodig over chronische ziekten en de gevolgen daarvan voor het werk. De SER ziet hier een rol voor kenniscentra en patiëntenorganisaties en adviseert een centraal informatiepunt in te richten Om de dialoog in de werksituatie tussen werkende en werkgever te verbeteren, wijst de SER op diverse handreikingen. De bedrijfsarts zou bij de dialoog een ondersteunende rol moeten hebben.
Breng preventie in praktijk
Meer preventie op de werkvloer is nodig om te voorkomen dat er belemmeringen in het werk als gevolg van een chronische ziekte kunnen ontstaan. De SER pleit ervoor om binnen bedrijven bestaande, veelgebruikte instrumenten om arbeidsrisico’s en gezondheid in kaart te brengen, beter te benutten én te combineren met instrumenten om het werkvermogen te meten.
Bied ondersteuning vanuit de zorg
De SER vindt dat de bedrijfsarts beter zichtbaar moet zijn. Hij en andere arboprofessionals kunnen zichtbaarder zijn door een open spreekuur in te stellen en meer tijd te besteden aan preventie. Ook moet de preventiefunctie in het functieprofiel en de opleiding van bedrijfsartsen worden vastgelegd. Verder dienen de huisarts en andere professionals in de reguliere zorg beter samen te werken met de arbeidsgerelateerde zorg. Daartoe is het van belang dat de reguliere zorg de factor arbeid in haar werk integreert door dit op te nemen in de opleidingen en de medische richtlijnen.
Bron: Het advies Werk: van belang voor iedereen – Een advies over werken met een chronische ziekte