Jonge manager schrijft 40-plusser ten onrechte af
Veertigplussers met een veel jongere leidinggevende lopen meer risico om te worden ‘afgeserveerd’. De meeste managers zijn weliswaar tevreden over hun prestaties, echter, de angst dat ze over onvoldoende veerkracht beschikken, leidt uiteindelijk toch tot een negatievere beoordeling. Vaak ten onrechte. Dat stelt Beatrice van der Heijden, hoogleraar strategisch human resource management aan de Radboud Universiteit Nijmegen, tijdens de Tempo-Team College Tour.
Van der Heijden doet al sinds de jaren negentig onderzoek naar loopbaanbeleid en baseert haar bevindingen op grote hoeveelheden data uit diverse onderzoeken die zij bestudeerd heeft. “Hoe groter het leeftijdsverschil tussen een werknemer en zijn of haar direct leidinggevende, hoe meer kans op negatieve leeftijdsstereotypering. Dat geldt vooral wanneer er sprake is van een oudere werknemer en een jongere leidinggevende. De vooroordelen zijn dan het sterkst en dat leidt vaak tot een minder goede beoordeling. Ze zijn bang dat veertigplussers onvoldoende in staat zijn om mee te veranderen. Hun flexibiliteit, ambities en innoverend vermogen zouden afnemen. Eerder onderzoek in binnen- en buitenland heeft echter aangetoond dat dit niet klopt”.
Blijven leren
Het vermogen van deze leeftijdsgroep om veerkrachtig te zijn wordt volgens de hoogleraar dus ten onrechte in twijfel getrokken. Wel is het belangrijk dat werknemers ook daadwerkelijk kunnen blijven leren in hun werk. De zogenaamde leerwaarde van hun functie is dan ook cruciaal in deze.
Volgens deskundigen vormt dit stereotype-denken zelfs een gevaar voor de economie. Wie als vijftigplusser wordt ontslagen, blijft gemiddeld twee keer zo lang werkloos als iemand die jonger is.