Hoe geef je nu echt inhoud aan duurzame inzetbaarheid?
Van 23 t/m 27 november 2020 is het de Week van de Duurzame Inzetbaarheid. Een thema waar landelijke aandacht voor gevraagd wordt. Titus Kramer, CEO van onder meer arbodienst Capability en preventieplatform Qragt, deelt in dit artikel zijn visie. Volgens hem is het de hoogste tijd om duurzame inzetbaarheid echt concreet te gaan maken om te voorkomen dat werknemers in de ‘verzuimfuik’ zullen belanden.
Kramer: “Iedereen die een beetje thuis is in de arbodienstverlening of die werkzaam is op het gebied van HRM, kent de term ‘duurzame inzetbaarheid’. Een pracht van een containerbegrip dat nu enkele jaren in vrijwel iedere brochure van een arbodienst of aanverwante dienstverlener is terug te vinden.
Gaan we echter op zoek naar de inhoud van dit begrip, dan blijkt het behoorlijk leeg te zijn. Dit heeft volgens mij alles te maken met het feit dat de hulp van een arbodienst over het algemeen pas wordt ingeroepen op het moment dat het kalf al half verdronken is. Dat wil zeggen op het moment dat de verzuimmelding al is gedaan.
Verzuimfuik
Op de gevallen na dat een verzuimmelding voortkomt uit een onvoorziene en niet beïnvloedbare gebeurtenis van buiten (een griep, corona, een gebroken been of nog erger), is een verzuimmelding veelal het gevolg van een sluipend proces. Langdurige overbelasting, onvoldoende bekwaamheid voor de hem of haar toegedichte functie, een slechte relatie met directe collega’s of leidinggevenden, dan wel financiële problemen, relatieproblemen, of kinderen of andere dierbaren waarmee iets aan de hand is, leiden uiteindelijk tot een verzuimmelding. Dat is de ‘verzuimfuik’ die we met elkaar hebben gecreëerd in dit land.
Zonder direct in geld vertaalbaar
In de gevallen zoals geschetst moet je namelijk wel heel stoer zijn om dit tijdig aan te kaarten bij je leidinggevende of werkgever. Dat doe je niet zo maar, want vaak ontbreekt het gevoel van veiligheid om je kwetsbaar op te durven stellen. Je bent bang om niet serieus te worden genomen, of om je baan kwijt te raken. Daarom ploeteren mensen door tot ze echt niet meer kunnen en ‘op’ zijn, waarna de verzuimmelding volgt en er als oorzaak een volgend containerbegrip op de kwaal wordt geplakt: burn-out. Want daar scharen we dit soort verzuim gemakshalve vaak onder. Wil je iets aan duurzame inzetbaarheid doen, dan ligt de uitdaging erin te zorgen dat mensen zich veilig genoeg voelen om hun problemen te delen nog voordat het ze teveel wordt. Als dat lukt, dan zijn we als BV Nederland spekkoper, want dan kunnen we echt iets doen aan duurzame inzetbaarheid. Het draait in feite allemaal om preventie. Een mooie manier om dat voor elkaar te krijgen zou zijn als werkgevers zich gaan realiseren dat zij een morele verantwoordelijkheid hebben om zich niet alleen betrokken te voelen bij werknemers gedurende de acht uur dat zij in dienst zijn, maar ook gedurende die andere zestien uur van de dag. Als je als werkgever namelijk bereid bent te investeren in het welzijn van je werknemers, zonder daar direct, tastbaar, in geld vertaalbaar resultaat voor terug te willen zien, dan geef je echt inhoud aan duurzame inzetbaarheid. Het is dan geen containerbegrip meer, maar iets concreets wat vorm heeft gekregen binnen het bedrijf.
Exerne vertrouwenspersoon
Een van de manieren om dat te doen, en misschien wel dé manier, is om als werkgever te investeren in een externe vertrouwenspersoon waar werknemers terecht kunnen met hun problemen, of die nu zakelijk of persoonlijk van aard zijn. Betaald door de werkgever en in alle veiligheid, omdat datgene wat de werknemer bij de vertrouwenspersoon neerlegt, binnenskamers blijft. En laat die externe vertrouwenspersoon nu eens geen huisarts of bedrijfsarts zijn, want voor we het weten zijn we weer aan het onnodig medicaliseren. Als werknemers weten dat zij ergens terecht kunnen met hun problemen zonder eerst een verzuimmelding te doen zal zich dat uiteindelijk terugbetalen. Die externe vertrouwenspersoon is degene die werknemers bij staat met raad en daad, de weg wijst in een wereld die voor veel mensen steeds ingewikkelder wordt. Als tussen werknemer en vertrouwenspersoon het gevoel van veiligheid bestaat, ontstaat er ruimte om op enig moment met de werkgever aan tafel te gaan om meer ingewikkelde problematiek, die vaak ook meer kosten met zich meebrengt, bespreekbaar te maken. In een arbeidsmarkt waar de spanning tussen vraag en aanbod snel oploopt, en die geteisterd wordt door vergrijzing, zijn werkgevers het aan zichzelf verplicht om in preventie en werknemers te gaan investeren. Dat is de enige manier om echt vorm en inhoud te geven aan duurzame inzetbaarheid.
Titus Kramer is CEO van de Galliata Groep, waar Qragt, Capability en Ephecta deel van uitmaken.