Gewijzigde regeling overbruggingsuitkering AOW
De tijdelijke overbruggingsregeling AOW wordt verlengd tot 1 januari 2023. Bovendien wordt de overbruggingsregeling AOW uitgebreid met personen die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 met vroegpensioen zijn gegaan.
De wijziging heeft te maken met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd.
De AOW-leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Daarmee wordt de AOW-leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Parlementaire behandeling
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd zijn enkele moties ingediend die zien op de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW (OBR).
SGP, CDA, D66 en GroenLinks pleitten in hun eigen verkiezingsprogramma's al voor een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. In een Kamerdebat eisten zij wel een ruimere overbruggingsregeling voor mensen die na 1 januari 2013 met VUT of prepensioen gingen. Met de verlenging komt de staatssecretaris Klijnsma van SZW tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer.
Overbruggingsregeling
Door de verhoging van de AOW-leeftijd kan iemand tijdelijk minder inkomen hebben. Bijvoorbeeld als zijn VUT of vergelijkbare uitkering stopt, lager wordt of overgaat in een ouderdomspensioen vóórdat hij AOW-pensioen ingaat. Als dit gebeurt, dan kan hij misschien een overbruggingsuitkering (OBR) krijgen. Met de overbruggingsuitkering kan hij zijn inkomen aanvullen. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.
