Arbeidsongeschiktheid: UWV-verzekering nog duurder dan commerciële
De verzekering die werkgevers afsluiten om de uitkering van langdurig zieke (ex-)werknemers te financieren, kost veel meer aan premie dan die zieke werknemer in werkelijkheid kost. Bij overheidsinstelling UWV betalen werkgevers zeker 60 procent te veel, bij private verzekeraars minstens 30 procent. Adviesbureau Mercer komt tot die conclusie na een analyse van ruim €1,2 miljard aan Nederlandse loonsommen.
Voor werkgevers zijn per januari de nieuwe premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen ingegaan. Deze verzekeringen financieren de uitkering die werknemers krijgen als ze ziek uit dienst gaan (Ziektewet) of na twee jaar ziek thuiszitten arbeidsongeschikt worden bevonden (WGA). Niet verzekeren kan ook, dan betaalt de werkgever de uitkering gewoon uit eigen zak.
Verschillend berekend
Volgens Ramon van Bruchem, Senior Consultant bij Mercer, is het verschil in premie tussen een verzekering bij het UWV of een private verzekeraar moeilijk zichtbaar omdat ze op een verschillende manier worden berekend. “Het UWV kijkt wat een zieke of arbeidsongeschikte (ex-)werknemer twee jaar geleden kostte. Het brengt vervolgens hiervoor een premie in rekening. Dat stopt zodra de werknemer weer aan het werk gaat. Een private verzekeraar schat vooraf de verwachte kosten van een zieke of langdurig arbeidsongeschikte (ex-)werknemer over de gehele uitkeringsperiode. Dit verschilt per groep: voor een ex-werknemer in de Ziektewet moet de werkgever 2 jaar de uitkering betalen, voor een WGA’er maximaal 10 jaar. Op basis van deze schatting stuurt de verzekeraar daar in één keer een factuur voor.”
Doordat het UWV per jaar slechts genoeg geld binnen moet krijgen van alle publiek verzekerde werkgevers om alle uitkeringen van te betalen, kan het de premies min of meer stabiel houden. “Overigens zijn de premies van het UWV voor Ziektewet en WGA het afgelopen jaar ook met zo’n 10 procent gestegen,” aldus Van Bruchem.
Zeer hoge rente UWV
In praktijk betalen werkgevers bij het UWV fors meer dan de uitkeringen die gedaan zijn. In het geval van een arbeidsongeschikte werknemer die vanuit een vast dienstverband recht heeft gekregen op een WGA-uitkering betalen zij gemiddeld 1,6 keer meer aan premie dan die arbeidsongeschikte heeft gekost. Gemiddeld werd in 2013 € 28.100 aan uitkeringen toegerekend aan die werkgevers en betalen zij hiervoor een premie van € 45.100. In het geval van werknemers die ziek uit dienst zijn gegaan is het verschil nog groter: het UWV rekende de gemiddelde werkgever jaarlijks € 10.400 aan uitkeringen toe, maar een jaarpremie van €22.800. Werkgevers waarvan de zieke ex-werknemers een tijdelijk contract hadden en recht hebben gekregen op een WGA-uitkering (‘premiecomponent WGA-lasten flexibele dienstverbanden’) zijn het slechtst af. Zij betalen gemiddeld hun eigen schadelast, vermenigvuldigd met een factor 4. Hun toegerekende uitkeringen waren gemiddeld € 7.600 per jaar, de jaarpremie € 30.200. Van Bruchem: “Ons onderzoek laat zien dat een relatief klein aantal werkgevers in 2013 te maken had met WGA-flex uitkeringen. De lasten worden opgehoest door de overige werkgevers door middel van de hoge minimumpremie (0,13 procent) en correctiefactor (namelijk 2). En dan nog lijkt die factor 4 wel erg hoog. Het UWV heeft hier nog iets uit te leggen.”
Onverzekerd goedkoopst
Of een werkgever nou publiek of privaat verzekerd is: iedereen betaalt de uitkeringen altijd met een opslag. Ook bij een private verzekeraar betaalt de werkgever nog altijd 1,3 keer meer aan premie dan de zieke daadwerkelijk heeft gekost. Van Bruchem: “Voor kleine en middelgrote werkgevers is het vanuit risk management perspectief verstandig een private verzekering af te sluiten. Voor hen zijn de kosten van een langdurig zieke en arbeidsongeschikte werknemer onder de huidige wetgeving namelijk nauwelijks op te hoesten. Ben je een grote, financieel gezonde werkgever, dan is het financieel gezien verstandig in te zetten op preventie en schadelastbeheersing, en het risico zelf te dragen.”
Uitval voorkomen
Onverzekerd door het leven gaan mag dan goedkoper zijn, het stelt ook eisen aan de financiële boekhouding van een werkgever – niet elke werkgever komt hiervoor in aanmerking. Van Bruchem: “Allereerst moet de werkgever financieel zó gezond zijn, dat zij de risico’s ook echt zelf kan dragen. Blijkt dit mogelijk, dan is hij niet meer afhankelijk van UWV of een verzekeraar. Wel moeten voorzieningen getroffen worden voor de uitkeringen. De hoogte hiervan is niet eenvoudig te bepalen, maar het kan wel.”
Een bijgevolg is dat werkgevers meer moeite doen om uitval te voorkomen en, mocht het toch zover komen, zieke werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk krijgen. Van Bruchem: “Doordat werkgevers en – in mindere mate – werknemers steeds meer verantwoordelijk zijn voor ‘werk’, is er een sterke toename van programma’s door werkgevers om werknemers langer productief te houden. Dan gaat het niet zozeer om de bekende fruitmandjes op kantoor, maar om een cultuur waarin gezond en veilig werken belangrijk worden geacht en daar gericht beleid op gevoerd wordt. Eigenlijk is het simpel - als je dat niet doet, ben je als werkgever financieel het haasje.”