4-daagse werkweek? Juist met de huidige arbeidsmarkt een goed idee
Ondanks de krappe arbeidsmarkt is Unilever Nieuw-Zeeland onlangs gestart met een test voor een vierdaagse werkweek. Hoogleraar HRM Karin Sanders legt uit waarom dit voor meer organisaties verstandig zou zijn.
Voorstanders van een vierdaagse werkweek -vier in plaats van vijf dagen werken per week met behoud van het huidige salaris- noemen veelvuldig een betere gezondheid en het voorkomen van burnout klachten als belangrijke argumenten om voor bepaalde beroepen een vierdaagse werkweek in te voeren.
'Voor ‘frontline employees’ die klanten, patiënten en leerlingen bedienen lijken de problemen alleen maar toe te nemen'
Tegenstanders noemen herhaaldelijk dat we nu al een tekort aan mensen op de arbeidsmarkt hebben en het dan alleen nog maar krapper wordt. Eerder sprak ik erover in de Australische media en ga hier verder in op de discussie met resultaten van internationaal onderzoek.
Back-to-the-office-strategy
De afgelopen jaren, met name tijdens de COVID-19 jaren hebben we veel aandacht besteed aan de mentale gevolgen van het thuis werken, zoals het gevoel van isolatie, en het missen van contact met collega’s. Ook wordt recentelijk veel aandacht besteed aan het managen van medewerkers voor wie het weer mogelijk is om naar het werk te gaan en weer op maandagochtend bij het koffieapparaat de uitslagen van het voetbal van het weekend door kunnen doornemen.
Veel aandacht wordt hierbij besteed aan hoe we meer mensen terug naar het kantoor kunnen krijgen, de zogeheten ‘back-to-the-office-strategy’. Veelal wordt in deze discussies voorbij gegaan aan het gegeven dat er veel beroepen zijn die niet de luxe hebben om thuis te kunnen werken en af en toe een middag wat met de kinderen te kunnen doen en dan het werk naar de avond kunnen doorschuiven.
Verpleegsters die geen keuze hebben
We hebben het dan over mensen in de gezondheidszorg, verpleegsters die geen keuze hebben om wel of niet thuis te werken, maar ook onderwijzers en leerkrachten, werknemers van de supermarkten in onze buurt, en bouwvakkers om maar een paar beroepen te noemen.
Allemaal medewerkers die ook wel ‘frontline employees’ worden genoemd, medewerkers voor wie het de belangrijkste taak is om klanten, patiënten, en leerlingen (en de samenleving als geheel) te bedienen, te verzorgen of producten te verzorgen. Deze mensen hebben de afgelopen COVID-19 jaren hun eigen problemen gehad, en deze problemen lijken alleen maar toe te nemen.
Recentelijk werd ik in een tweetal interviews voor Australische tijdschriften naar mijn mening over de vierdaagse werkweek voor deze beroepen gevraagd. Het gaat in deze discussie nadrukkelijk niet over beroepen zoals veel van ons, die gekenmerkt worden door veel autonomie en vrijheid over waar, wanneer en hoe het werk gedaan kan worden. Zoals veel wetenschappers werk ik meer dan vijf dagen in de week, en doe dat met veel plezier.
'De afgelopen jaren hebben er voor deze medewerkers ingehakt; op het mentale front waren het zware jaren'
Naast het feit dat er een aantal verplichtingen zijn, zoals werkzaamheden op het gebied van onderwijs en vergaderingen, heb ik veel vrijheid wanneer en hoe ik aan welke artikelen en projecten met welke internationale en nationale collega’s werk. Deze werkzaamheden kan ik dagelijks tussen 9 uur 's morgens en 5 uur 's middags verrichten, maar ook van 5 uur 's morgens tot 9 uur 's avonds, of in het weekend. Ik noem mijn werk dan ook vaak “a paid hobby”.
Voor de frontline employees is dit allemaal anders. Lees verder via CHRO
Hoogleraar HRM and Organisational Psychology Karin Sanders schrijft voor CHRO.nl geregeld over haar werk als onderzoeker en wat haar als Nederlandse opvalt aan de Australische manier van doen en denken, die soms uiterst effectief en soms verrassend onpraktisch uitpakt. Een groot deel van het jaar woont en werkt zij aan de UNSW Business School, University of New South Wales in Sydney.