Begin 2000 organiseert een bv een geheel verzorgde meerdaagse reis naar de Verenigde Staten voor haar werknemers en de werknemers van een zustermaatschappij. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur naheffingsaanslagen LB/PVV op over de jaren 1999-2002. Hij stelt dat de reis als loon moet worden aangemerkt. De bv stelt dat de reis een puur zakelijk karakter heeft. De bv stapt naar de rechtbank en krijgt ook dan nul op rekest. De rechtbank Haarlem beslist dat de reis naar de VS voor het voltallige personeel geen zakelijk karakter heeft, maar een plezierreis is. En dat moet als loon worden aangemerkt.

 

Vrijstelling van 340 euro

Rechtbank Haarlem wijst daarbij onder meer op de locatie, het programma, de deelnemers en het feit dat de reis is gemaakt in verband met een lustrum. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur de verstrekking dan ook terecht als loon aangemerkt. De rechter stelt dat voor de reis wel de voor een personeelsreis geldende reguliere vrijstelling van 340 euro van toepassing is. En het lustrumkarakter van de reis is voldoende aangetoond, zodat ook de verhoogde jubileumvrijstelling kan worden toegepast.

 

Wijziging regels

De regels die tot 1 januari 2007 golden, namen nogal wat administratieve lasten voor de werkgever met zich mee. Vandaar dat de regels voor de waardering van vakantie- en personeelsreizen en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen met ingang van 1 januari 2007 opnieuw zijn gewijzigd.

 

De nieuwe regeling stelt de waarde van een personeelsreis of personeelsfeest en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen, voor zover in redelijkheid gemaakt, op nihil, als deze aan twee voorwaarden voldoet. Deze voorwaarden zijn:

• De voorziening staat open voor ten minste driekwart van de werknemers.
• De voorziening heeft een gezamenlijk karakter.