Een werknemer verzoekt aanpassing van haar arbeidsduur van 24 naar 32 uur per week. Zij heeft tevens aangegeven deze uren op maandag, dinsdag en woensdag te willen werken. Daarop heeft de werkgever het verzoek afgewezen onder meer omdat dat de daldagen in de productie zijn. Op andere tijden wil/kan de werknemer niet werken. De werkgever stelt dat van hem niet gevergd kan worden dat hij de werknemer in die daluren lager ingeschaalde andere werkzaamheden laat verrichten met behoud van salaris.

 

Zwaarwichtig belang werkgever

De kantonrechter Zaandam wijst het verzoek van de werknemer af. De kantonrechter stelt dat het geschil zich mede toespitst op de door de werknemer gewenste urenspreiding en niet alleen op uitbreiding van het aantal uren. Daarom moet worden onderzocht of de werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid tot afwijzing van het verzoek van werknemer heeft kunnen komen. De werkgever heeft met zijn toelichting aangetoond dat de belangafweging ten aanzien van de door de werknemer gewenste urenspreiding in het voordeel van de werkgever moet uitvallen. Tegenover de persoonlijke belangen van de werknemer staat het belang van werkgever bij een doelmatige bedrijfsvoering, waarvan de inroostering van medewerkers met tal van persoonlijke belangen waarmee rekening moet worden gehouden, deel uitmaakt.

 

Kantonrechter Zaandam, 8 december 2011, LJN BU94059

 

Tip

Bij verzoek tot vermindering van arbeidsuren wordt niet snel aangenomen dat werkgever een zwaarwichtig belang heeft bij afwijzing van een verzoek van werknemer. Bij vermeerdering is dat sneller het geval, terwijl dezelfde toets geldt. Vaak zijn roostertechnische problemen bij de gewenste urenspreiding een belangrijke aanwijzing om vermeerdering van arbeidsuren af te wijzen.