Tweede Kamer deelt zorgen vierde opeenvolgende arbeidscontract
Onlangs riep Maurice Limmen, vice-voorzitter van het CNV, de minister van SZW op om met een ‘aanvulling op het arbeidsovereenkomstenrecht te komen waardoor het onmogelijk wordt om tijdelijke contracten te blijven stapelen’. De Tweede Kamer sluit zich hier nu bij aan.
‘‘De sluiproute naar oneindige flex moet worden afgesloten’’, aldus Limmen. Hij reageert op de uitspraak van het Hof in Den Bosch naar aanleiding van een rechtszaak over de ketenbepaling.
"Het Hof in Den Bosch stelt dat oneindige verlenging van tijdelijke contracten toegestaan is. Dus wanneer werkgever en werknemer bij het vierde arbeidscontract met onbepaalde tijd nog een overeenkomst afsluiten waarin wordt gesteld dat het contract op een bepaalde datum afloopt, gaat deze laatste afspraak boven het contract voor onbepaalde tijd," aldus Limmen in zijn brief. Zie ook het artikel Vierde opeenvolgende arbeidsovereenkomst en beëindigingsovereenkomst.
Sociaal akkoord
Limmen: "Zulke constructies moeten we niet willen… In het sociaal akkoord hebben we met werkgevers afgesproken dat we dit willen aanpakken. Daarin staat dat mensen na maximaal twee jaar aan tijdelijke contracten een vast contract krijgen, deze uitspraak van het Hof gaat hier recht tegen in. De minister wil doorgeschoten flex aanpakken. Het lijkt me duidelijk: de wet waarin de afspraken uit het sociaal akkoord over flex worden uitgewerkt, moet in één moeite door deze door het Hof geboden sluiproute uitsluiten.’’
Tweede Kamer
Onder aanvoering van Paul Ulenbelt van de SP vroegen Kamerleden zich af hoe minister Asscher deze gerechtelijke uitspraak beoordeelt en wat voor gevolgen deze uitspraak heeft voor zijn beleid om doorgeschoten flex tegen te gaan. Minister Asscher beloofde snel en meer in detail op de zorgen van de Kamer en het CNV terug te komen.