De werknemer was begonnen met zijn werkzaamheden op 1 juli 2012, op basis van een arbeidsovereenkomst voor zes maanden. Pas op 24 augustus 2012 tekenden hij en zijn werkgever de arbeidsovereenkomst met daarin een proeftijdbeding van twee maanden. Uit de uitspraak blijkt niet dat vanwege die lengte, de (eventuele) nietigheid van het proeftijdbeding aan de orde is geweest. De werknemer beriep zich op de nietigheid omdat het proeftijdbeding niet al bij de start van de werkzaamheden schriftelijk overeen was gekomen.

 

Geen bewijs voor mondeling overeenstemming

De werkgever betoogde dat er vooraf al mondeling overeenstemming over de proeftijd bestond en dat die slechts op 24 augustus schriftelijk was vastgelegd. De werkgever leverde geen bewijs van dat mondelinge akkoord. Vanwege de rechtsbescherming en rechtszekerheid acht de kantonrechter van belang dat de proeftijd vóór of kort na aanvang van de feitelijke werkzaamheden moet worden overeengekomen. Het eindoordeel luidt dat de proeftijd niet geldig overeen is gekomen en de arbeidsovereenkomst dus doorloopt tot de afgesproken einddatum.

 

Kantonrechter Wageningen, 19 december 2012, LJN: BY7040

 

Tip

Sterker nog dan in de uitspraak tot uitdrukking komt, is de tip om vóórdat de werknemer met zijn werkzaamheden begint, de proeftijd schriftelijk overeen te komen. Het tijdens de arbeidsovereenkomst schriftelijk bevestigen van een mondeling overeengekomen proeftijd is dus niet voldoende.