Proeftijd in cao is niet altijd rechtsgeldig
Een werknemer is aangenomen als autoruitenreparateur. Werkgever en werknemer hebben geen schriftelijke arbeidsovereenkomst ondertekend. De werkgever stuurt na enig tijd aan de werknemer een brief met de mededeling dat met gebruikmaking van de proeftijd van twee maanden de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. De werknemer verzet zich hiertegen. Volgens hem is het ontslag vernietigbaar omdat de proeftijd niet schriftelijk is overeengekomen. De werknemer houdt zich beschikbaar voor zijn werkzaamheden en eist loondoorbetaling.
De werkgever vindt dat mondeling is afgesproken dat de cao carrosseriebedrijf geldt. In deze cao staat dat de eerste twee maanden van een arbeidsovereenkomst gelden als proeftijd. Het Hof Leeuwarden stelt de werknemer echter in het gelijk omdat niet is komen vast te staan dat deze mondelinge afspraak is gemaakt. Bovendien moet op grond van de cao carrosseriebedrijf een arbeidsovereenkomst schriftelijk worden bevestigd. In die overeenkomst moet staan dat de cao van toepassing is. Nu daar geen sprake van is, is dus ook geen rechtgeldig proeftijdbeding overeengekomen.
Tip
Een proeftijd in een cao voldoet aan het schriftelijkheidsvereiste, mits in de schriftelijk arbeidsovereenkomst is opgenomen dat deze cao van toepassing is. Ter voorkoming van problemen en voor de duidelijkheid is het raadzaam om de proeftijd altijd in een schriftelijke arbeidsovereenkomst op te nemen.
Hof Leeuwarden, 17 maart 2009, LJN: BH9781