Oproepovereenkomst resulteert in arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Een oproepkracht vordert loondoorbetaling als zij claimt dat haar oproepovereenkomst een voorovereenkomst is. En geen arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (‘mup’), waardoor - na vier oproepen - een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstond.
In deze zaak kwamen een schoenenwinkel en een oproepkracht een oproepovereenkomst voor bepaalde tijd overeen. De oproepovereenkomst bepaalde dat de oproepkracht niet verplicht was aan iedere oproep gehoor te geven. Gedurende twee maanden gaf de oproepkracht wekelijks gehoor aan de oproep van de werkgever om als verkoopster te fungeren.
Uitkering geweigerd
Na deze twee maanden werd de oproepovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, met een urenomvang van minimaal 12 en maximaal 31 uren per week. Bij het einde van het dienstverband vroeg de oproepkracht een WW-uitkering aan. UWV weigerde het verstrekken van de uitkering, omdat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou zijn ontstaan tussen de schoenenwinkel en de oproepkracht. Daarop vordert de oproepkracht doorbetaling van loon, omdat zij op grond van de ketenregeling van art. 7:668a lid 1 sub b BW voor onbepaalde tijd in dienst was getreden bij de schoenenwinkel.
Loonvordering toegewezen
De kantonrechter geeft de oproepkracht/werkneemster gelijk. De oproep- dan wel voorovereenkomst kwalificeert niet als arbeidsovereenkomst, omdat de oproepkracht niet verplicht was aan iedere oproep gehoor te geven (en omdat zij geen aanspraak had op loondoorbetaling bij ziekte). Dat de oproepovereenkomst de titel ‘Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd’ droeg, maakte dit niet anders. Elke week dat werkneemster (niet verplicht) een aanbod tot werken aanvaardde, ontstond een arbeidsovereenkomst, dus reeds na vier weken was voldaan aan de ketenregeling van art. 7:668a lid 1 sub b BW.
Kantonrechter Nijmegen 16 maart 2011, LJN: BP8248
Tip: Het verschil tussen een arbeidsovereenkomst mup en voorovereenkomst, is dat bij de laatstgenoemde geen plicht is gehoor te geven aan de oproep. De voorovereenkomst is dan ook geen arbeidsovereenkomst. Geeft een oproepkracht vier maal gehoor aan een niet verplichte oproep, dan ontstaan vier arbeidsovereenkomsten, waarvan de laatste voor onbepaalde tijd.