Onrechtmatige concurrentie ondanks ontbreken beding
Een werknemer is als projectleider in dienst bij Erco. Erco heeft als grootste klant(en) verschillende Rabobank coöperaties. Erco gaat failliet op 27 mei 2010. De curator zegt de arbeidsovereenkomst met de medewerker op. Twee dagen na het faillissement stuurt deze laatste de Rabo-klanten een mailbericht dat de productie doorgaat en dat de curator werkt aan een doorstart. Vervolgens stuurt hij bestanden met bedrijfsgevoelige informatie naar zijn privéadres.
De curator verkoopt alle activa en passiva van Erco aan een ander bedrijf, genaamd K. De oud-werknemer treedt in dienst bij de concurrent van K. Omdat K erachter komt dat de oud-werknemer van Erco zakendoet met Rabobank-vestigingen die klant waren bij Erco, vordert K in kort geding dat hem wordt verboden zakelijke contacten te onderhouden met de van Erco overgenomen klanten. Bovendien vordert K een voorschot op de schade.
Onrechtmatige concurrentie
De voorzieningenrechter stelt vast dat de arbeidsovereenkomst van de oud-werknemer géén concurrentiebeding bevatte. Maar hij oordeelt niettemin dat sprake is van onrechtmatige concurrentie wegens bijkomende omstandigheden. Alle Rabobanken blijken opeens klant te zijn geworden van de nieuwe werkgever van de oud-werknemer, de concurrent van K. De werknemer kon niet aantonen dat hij door die Rabobanken zou zijn benaderd, in plaats van andersom. Bovendien heeft hij bedrijfsgevoelige informatie naar zijn privéadres gemaild. De oud-werknemer wordt daarom op straffe van een dwangsom verboden zakelijke contacten te onderhouden met de Rabobanken. Het voorschot op de schadevergoeding wordt afgewezen.
Tip: Ook zonder concurrentiebeding is het verboden om klanten van een oud-werkgever pro-actief te benaderen, helemaal als daarvoor gebruik wordt gemaakt van bedrijfsgevoelige informatie van de oud-werkgever.
Voorzieningenrechter Den Bosch, 30 juli 2010, LJN BN 2992
