Volgens het SCP-rapport ‘Een onzeker perspectief: vooruitzichten van tijdelijke werknemers’ zijn de meeste tijdelijke werknemers drie jaar of minder in dienst bij hun huidige werknemer. Zij worden bijna niet met het ontwijken van de ketenbepaling geconfronteerd. Een kleine 10 procent van de werknemers in tijdelijke dienst is langer dan drie jaar in dienst: 12 procent van hen hadden te maken met een onderbreking van de tijdelijke contracten.

Gezien bovenstaande stellen de onderzoekers dat langdurig verblijf in de flexibele schil vooral wordt veroorzaakt door een aaneenschakeling van tijdelijke contracten bij verschillende werkgevers en niet door het massaal inlassen van een onderbreking om zo een dienstverband voor onbepaalde tijd bij de oude werkgever te voorkomen.

Het aandeel werknemers met een tijdelijk dienstverband met uitzicht op een vast dienstverband is, evenals eerder al door onderzoek werd aangetoond, toegenomen. In het onderzoek stelden de onderzoekers aan de respondenten dan ook de vraag of er in hun arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd staat vermeld dat na afloop een vast contract volgt. Bijvoorbeeld bij goed functioneren of na een bepaalde termijn. Uit de antwoorden van de respondenten blijkt dat bij 36 procent in de tijdelijke arbeidsovereenkomst uitzicht op vast werk is vastgelegd. 33 procent weet niet wat er na afloop van het tijdelijk contract gebeurt.

CBS-cijfers en feiten

Steeds vaker maken werkgevers gebruik van tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek wijzen uit dat er een groei is van 7 procent in 2002 naar 10 procent in 2012. Volgens de onderzoekers van het SCP-rapport duurt het steeds langer voordat mensen een vaste aanstelling krijgen en dat veroorzaakt bij mensen grote onzekerheid. Van de mensen met 6 tot 10 jaar werkervaring heeft een derde nog steeds geen vaste arbeidsovereenkomst. De werkervaring is meestal opgedaan bij meerdere werkgevers.