Logo
  • Nieuws
  • 1 maart 2012
  • Mariel Hovemann

‘Meer scholing nodig voor uitzendkrachten’

Meer en betere toegang tot scholing moet uitzendkrachten die lange tijd uitzendbanen hebben een beter perspectief bieden op de arbeidsmarkt. Dat is een van de aanbevelingen naar aanleiding van een gezamenlijk onderzoek van de ABU en FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en LBV naar het arbeidspatroon van deze groep uitzendkrachten.

Beeld ‘Meer scholing nodig voor uitzendkrachten’

 

Het gaat om een relatief kleine groep (5 procent van het totale aantal uitzendkrachten) maar iedereen verdient de kans om zich te verbeteren op de arbeidsmarkt, zoals de meeste uitzendkrachten in de praktijk doen aldus ABU-directeur sociale zaken Jurriën Koops. Volgens hem stroomt bijna de helft (49 procent) van de uitzendkrachten na een uitzendbaan door naar een niet-uitzendbaan.

Veel overgangen

Aanleiding voor het onderzoek was de onbekendheid met de groep uitzendkrachten die langdurig uitzendwerk doet en veel overgangen heeft tussen uitzendbureaus of tussen uitzendwerk en uitkeringsperiodes. Er was grote behoefte aan kennis over de omvang, samenstelling en het arbeidspatroon van deze groep. Voor het onderzoek zijn de gegevens van het CBS gebruikt. In dit bestand zijn voor de periode 2007-2010 1,2 miljoen uitzendkrachten aangetroffen. Scholieren en studenten zijn buiten de analyse gehouden.

Startkwalificatie ontbreekt

Voor het onderzoek zijn 585.600 uitzendkrachten (fase A/B) 3,5 jaar in hun loopbaan gevolgd. Uit het onderzoek blijkt dat minder dan 5 procent van deze groep regelmatig wisselt tussen uitzendwerk(gever) en uitkering. Bijna 115.000 uitzendkrachten blijken langer dan twee jaar te hebben gewerkt als uitzendkracht, ruim 50 procent van hen werkt voor meer dan drie werkgevers en 20 procent voor meer dan vijf werkgevers. Behalve het wisselende werkpatroon wordt deze groep die voor langere periode uitzendwerk verricht, gekenmerkt door een relatief laag loon, een hogere leeftijd (45+) en het ontbreken van een startkwalificatie.

Daarnaast levert het onderzoek ook bevindingen op over de totale populatie uitzendkrachten. Zo blijkt bijna de helft (47 procent) van de uitzendkrachten niet te beschikken over een startkwalificatie, heeft 36 procent een uurloon tot 1,3 maal het wettelijk minimumuurloon en is 25 procent van niet-westerse afkomst.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.