Uit cijfers van het CBS blijkt dat 797.000 jongeren van 15 tot 27 jaar in 2012 in Nederland geen onderwijs volgden. 79 Procent van deze jongeren waren aan het werk. Meer dan de helft van de werkende jongeren had een vast contract, 6 procent was zelfstandige en 39 procent had een flexibele arbeidsrelatie.

Meer flexibele contracten

Jongeren hebben vaker een flexibele arbeidsrelatie dan oudere collega’s. In de leeftijdscategorie van 27- tot 65-jarigen had 11 procent een flexibel contract. Het aandeel jonge werknemers met een flexibele arbeidsrelatie is gedurende afgelopen decennium sterk toegenomen. Dit geldt vooral voor jongeren met een tijdelijk contract die uitzicht hebben op een vast dienstverband en oproepkrachten. De toename van het aandeel flexibele arbeidsrelaties is vooral ten koste gegaan van het aandeel jongeren met een vast contract. Het aandeel zelfstandigen bleef ongeveer gelijk.

Arbeidsrelaties en opleidingsniveau

Jonge vrouwen hebben iets vaker een flexibele arbeidsrelatie dan jonge mannen aldus het CBS Jonge mannen zijn wel vaker zelfstandige. Het aantal jonge mensen met een vast contract is gelijk. Er zijn verschillende soorten arbeidsrelaties wanneer gekeken wordt naar het opleidingsniveau. Hoog- en laagopgeleiden werken vaker met een flexibel contract dan middelbaaropgeleiden. Bij hoogopgeleide jongeren gaat het vaak om een tijdelijk contract met uitzicht op vast dienstverband. Bij laagopgeleiden gaat het vooral om uitzendkrachten. Middelbaaropgeleiden hebben relatief vaak een vast contract.