Bijna een kwart van het personeel bij de HvA heeft een tijdelijk contract. Daarnaast is circa twaalf procent van de medewerkers zzp’er. Dat blijkt uit een inventarisatie op verzoek van het college van bestuur.

Hoge werkdruk

Een veel te grote flexibele schil aldus Jan Dijkstra, rayonbestuurder bij de AOb. “Met zoveel tijdelijke krachten, wordt de vaste kern die de opleiding moet dragen wel erg klein. Dat leidt niet alleen tot een hoge werkdruk, maar heeft op den duur nadelige consequenties voor de kwaliteit van het onderwijs.” Volgens HvA-rector Huib de Jong is dit nu nog niet het geval. Alle HvA-opleidingen zijn geaccrediteerd wat volgens De Jong betekent dat het werk van tijdelijke docenten ‘ingekaderd’ is in een goed onderwijsprogramma. Hij zei dit tijdens het overleg dat de vakbonden met het college van bestuur hadden.

D3-contracten

De HvA is net als veel andere hogescholen de afgelopen jaren fors gegroeid. Daardoor is de flexibele schil ook uitgedijd: nieuwe werknemers krijgen meestal een aantal keer een tijdelijk contract voor ze aanmerking komen voor een vaste baan. Bij het domein Digitale media en creatieve industrie is de flexibele schil volgens De Jong extra groot omdat er in de creatieve industrie veel zzp’ers werken die wel les willen geven maar hun positie als zelfstandige liever niet opgeven voor het docentschap. Maar de HvA gaat in 2015 minderen met het flexwerk aldus Dijkstra. Met domeindirecteuren worden afspraken gemaakt over het beperken van het aantal tijdelijke contracten. Ten gunste van het aantal zogenaamde D3-contracten. Daarbij krijgt een nieuwe docent een tijdelijke aanstelling die bij goed functioneren na een jaar wordt omgezet in een vast dienstverband.

Flexibiliteit behouden

Deze D3-contracten zijn in het hbo in ongebruikt geraakt. Uit de inventarisatie bij de HvA blijkt dat er dit voorjaar maar vijf van de 2200 medewerkers zo’n aanstelling had, terwijl er 689 personeelsleden waren met een ‘aanstelling voor bepaalde tijd’. Volgens Dijkstra heette een dergelijke aanstelling vroeger een projectaanstelling. Deze was bedoeld voor medewerkers die in beperkte tijd een tijdelijk project uitvoerden en dus niet voor docenten die immers structureel werk uitvoerden. De HvA wil de D3-aanstelling in ere herstellen aldus de vakbondsman. “Het college van bestuur benadrukt natuurlijk dat de flexibiliteit behouden moet blijven, maar dit is wel een ommekeer”, stelt Dijkstra. “Het is voor het eerst dat een hogeschool zich uitspreekt voor meer D3-contracten. Hopelijk komt er langzamerhand een eind komt aan de gewoonte om bedrijfseconomische risico’s af te wentelen op individuele werknemers.”