Hoe meer deeltijders in dienst, hoe productiever
Uit onderzoek in de apotheekbranche komt naar voren dat apotheken die relatief meer deeltijders in dienst hebben een hogere arbeidsproductiviteit kennen. De inzet van deeltijders creëert namelijk de mogelijkheid om personeel zeer efficiënt in te zetten. Zo blijkt uit het rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016 van Research Centre for Education and the Labour Market (ROA).
In Nederland wordt in vergelijking met andere landen veel in deeltijd gewerkt. Met name vrouwen maken in grote mate gebruik van de mogelijkheid om in deeltijd te werken. Zowel mannen als vrouwen zijn tussen 1996 en 2010 in toenemende mate in deeltijd gaan werken.
Er blijken vooral veel vrouwelijke deeltijders minder dan 24 uur per week te werken. De hoogste deeltijdpercentages doen zich voor bij de zorgopleidingen op lager en middelbaar niveau. Door deeltijdarbeid kan betaald werk gemakkelijker gecombineerd worden met zorgtaken. De kwaliteit van deeltijdbanen doet in Nederland bovendien niet of nauwelijks onder voor die van voltijdse banen in dezelfde functies.
Hogere arbeidsproductiviteit
Ook bedrijven kunnen voordeel hebben bij het aanstellen van deeltijders. Uit onderzoek in de apotheekbranche komt naar voren dat apotheken die relatief meer deeltijders in dienst hebben een hogere arbeidsproductiviteit kennen. De inzet van deeltijders creëert namelijk de mogelijkheid om personeel zeer efficiënt in te zetten. De voordelen van het gebruik van deeltijders hangen af van de mate waarin er voordelen te halen zijn uit een efficiënte allocatie van het personeel. Deze voordelen zijn wellicht het grootst in de detailhandel, de zorgsector en de horeca waar de openingstijden langer zijn dan de voltijdse werkweek en waar er gedurende de werkdag of werkweek schommelingen zijn in de vraag naar personeel aldus de ROA.
Trainingsparticipatie
De keerzijde van deeltijdarbeid is dat voltijders over het algemeen meer werkgerelateerde cursussen volgen dan deeltijders. Werkenden in een kleine deeltijdbaan volgen het minst vaak een dergelijke cursus. Door hun kortere werkweek besteden ze ook minder tijd aan taken waarvan zij kunnen leren. Analyses naar de oorzaak van het verschil in trainingsparticipatie geven aan dat dit grotendeels te wijten is aan een gebrek aan stimulansen van de werkgevers deeltijders verder te ontwikkelen. Deeltijders kunnen dit gebrek aan stimulansen van hun werkgever voor een deel compenseren als zij een goed beeld hebben van hun verdere loopbaan en erg gemotiveerd zijn om te leren.