Geldig concurrentiebeding bij verlengen arbeidsovereenkomst
Een werknemer zegt zijn arbeidsovereenkomst op en start een concurrerende onderneming. De ex-werkgever vindt dat schending van het overeengekomen concurrentiebeding. De werknemer stelt dat hij niet aan het concurrentiebeding is gebonden. Het beding was slechts opgenomen in de eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en niet expliciet in de latere, verlengde arbeidsovereenkomsten.
Een concurrentiebeding moet volgens de wet schriftelijk worden overeengekomen. Het achterliggende doel daarvan is dat een werknemer zich bewust is van de consequenties die een concurrentiebeding met zich meebrengt, namelijk beperking van de vrije arbeidskeuze.
Concurrerende onderneming
De werknemer heeft zelf zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en start een eigen concurrerende onderneming in milieuverantwoorde reinigingsmiddelen. In de eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is een concurrentiebeding opgenomen. Dit beding verbiedt de werknemer na einde van de arbeidsovereenkomst gedurende 2 jaar een concurrerende onderneming te hebben. De arbeidsovereenkomst is een aantal keren voor bepaalde tijd verlengd, en uiteindelijk voortgezet voor onbepaalde tijd. Hierin is steeds opgenomen dat de arbeidsovereenkomst een aanvulling vormt op de bestaande overeenkomst. Tevens dat alle artikelen uit de bestaande overeenkomst welke niet zijn vermeld in de aanvulling, blijven gehandhaafd en ook van toepassing zijn op de verlengde arbeidsovereenkomst.
Beperking duur concurrentiebeding
In hoger beroep kort geding beslist het Hof Leeuwarden dat de werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden. Door in de verleningen steeds te verwijzing naar de bedingen in de eerste arbeidsovereenkomst is aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan. Het hof matigt wel de duur van het concurrentiebeding tot 8 maanden.
Hof Leeuwarden, 11 oktober 2011, LJN BT7518
Tip
Door een concurrentiebeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst, ook bij verlengingen, en deze door de werknemer te laten tekenen, kan er geen discussie bestaan of aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan.