De patroonmaker is op 1 januari 2010 bij G-Star in dienst getreden als patroonmaker. Per brief heeft de werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 augustus 2012 om in dienst te treden als patroonmaker bij Calvin Klein. De werknemer kan bij Calvin Klein 25 procent meer salaris per jaar verdienen. Partijen zijn het met elkaar eens dat een concurrentiebeding is overeengekomen. Volgens de werknemer overtreedt hij het concurrentiebeding niet, aangezien G-Star zich alleen richt op denim, en de kleding stoer en casual is, terwijl Calvin Klein zich richt op een hoger segment met een nette, zakelijke uitstraling.

 

Schorsing van concurrentiebeding

De kantonrechter oordeelt in kort geding dat het concurrentiebeding geschorst kan worden omdat de werknemer zich bij Calvin Klein zal gaan richten op het maken van patronen voor pakken, jurken en stropdassen en niet op denim. De termijn van het concurrentiebeding wordt verkort van 12 maanden naar 3 maanden. Vanaf 1 november 2012 heeft G-Star geen belang meer om de werknemer - die bij G-Star kennis heeft opgedaan en betrokken was bij de najaarscollectie - te belemmeren bij Calvin Klein in dienst te treden. Gedurende de periode van 1 augustus 2012 tot 1 november 2012 moet G-Star de werknemer nog 50 procent van zijn salaris aan vergoeding betalen.

 

Rechtbank Amsterdam, 15 augustus 2012, LJN: BX4957

 

Tip: Concurrentiebedingen moeten om de gewenste werking te hebben zorgvuldig worden omschreven en schriftelijk worden overeengekomen.