Eenzijdige wijziging rooster: van 25 uur naar 14,5 uur is redelijk
Hoewel er geen overeenstemming wordt bereikt met een werkneemster over een nieuw werkrooster, besluit de werkgever dit toch door te voeren. De werkneemster vordert hierop doorbetaling van haar salaris over de verloren arbeidsuren.
Een werkneemster is sinds 2009 in dienst bij een buitenschoolse opvang ( BSO). In beginsel was de arbeidsovereenkomst gesloten voor de duur van de opleiding van werkneemster, deze is daarna stilzwijgend verlengd. De overeengekomen arbeidsduur bedroeg 25 uur per week.
Vordering loondoorbetaling
Op enig moment heeft de BSO aan de werkneemster laten weten dat zij haar organisatie wil sluiten voor de uren tussen 11:00 en 13:30 uur omdat er te weinig gebruik wordt gemaakt van opvang gedurende die uren. Met de werkneemster is vervolgens overleg gevoerd over haar nieuwe dienstrooster, maar er werd geen overeenstemming bereikt. De aangekondigde wijziging werd ingevoerd en de werkneemster werd naar aanleiding daarvan voor 14,5 uur per week ingeroosterd en voor 14,5 uur uitbetaald. De werkneemster vordert daarop doorbetaling van haar salaris over 25 uur.
Vereiste uren opleiding
De werkneemster stelt onder meer dat zij de werkgever vanaf haar indiensttreding erop gewezen heeft op woensdag- en vrijdagmiddag niet te kunnen werken in verband met de zorg voor haar eigen kind. Zij heeft verder aangegeven flexibel te zijn en wel op andere uren te willen werken. De werkgever beroept zich op het feit dat de BSO een kleine organisatie is waar slechts vijf kinderen aan deelnemen en dat werkneemster vanaf de aanvang van haar dienstverband regelmatig op woensdag en vrijdag werkte om de voor haar opleiding vereiste 25 uren te halen.
Toetsen bij wijzigen arbeidsvoorwaarden
Bij de beoordeling van de vraag of het voorstel van de werkgever om de BSO deels te sluiten en de werkneemster in plaats daarvan in te roosteren op woensdag en vrijdag als redelijk kan worden beschouwd, geldt als uitgangspunt dat het wijzigen van de arbeidsvoorwaarden getoetst moet worden aan de bepalingen omtrent goed werkgever-/werknemerschap en de redelijkheid en billijkheid.
Het besluit om de opvang deels te sluiten is volgens de kantonrechter niet onredelijk nu slechts vijf kinderen deelnamen. Dit leidde ertoe dat de werkuren van de werkneemster opnieuw moesten worden bepaald. De werkneemster heeft hiertoe een voorstel gedaan maar op die uren heeft de werkgever al voldoende bezetting. Gezien het voorgaande kon de werkgever in redelijkheid besluiten de werkneemster voor 14,5 uur in te roosteren.
Vordering afgewezen
Van de werkgever kan niet worden verwacht dat hij zich in allerlei bochten wringt om rekening te houden met de wens van de werkneemster om voor haar kind te zorgen, nu ook de werkneemster haar verplichtingen heeft op grond van de arbeidsovereenkomst. De vordering wordt afgewezen.
Rechtbank Almelo (Sector kanton), 2 december 2011, JAR 2012/20
Tip
Een werkgever moet gegronde redenen hebben om arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen, rekening houdend met de belangen van een werknemer. Van een werknemer mag echter verwacht worden dat hij instemt met een redelijk voorstel, als dat van hem kan worden gevergd.