In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is een concurrentiebeding opgenomen. Per brief laat de werkgever weten dat de arbeidsovereenkomst met nog een jaar wordt voortgezet. Daarbij wordt niet verwezen naar het concurrentiebeding of andere voorwaarden zoals die bij de eerste arbeidsovereenkomst golden. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst is de vraag of het concurrentiebeding nog geldt.

 

Dezelfde voorwaarden

Volgens de kantonrechter is dit het geval en hoefde dit niet bij de verlenging opnieuw te worden overeengekomen. Uit de brief van de werkgever en de manier waarop over de verlenging van de arbeidsovereenkomst was gesproken, leidt de kantonrechter namelijk af dat duidelijk was voor beide partijen dat sprake is van een verlenging onder dezelfde voorwaarden (dus inclusief concurrentiebeding).

 

Inhoud beëindigingovereenkomst

Toch kan de werkgever hierop uiteindelijk geen beroep doen. In deze zaak speelt namelijk ook nog de discussie over de inhoud van de beëindigingovereenkomst. Daarbij heeft de werkgever onduidelijke mededelingen gedaan over handhaving van het concurrentiebeding. Uit die mededelingen mocht de werknemer, volgens de kantonrechter, afleiden dat er overeenstemming bestond over het niet meer gelden van het concurrentiebeding na beëindiging.

 

Tip

Als na een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een volgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd wordt aangegaan, is het verstandig een concurrentiebeding opnieuw overeen te komen. Of uitdrukkelijk te bepalen dat alle eerdere voorwaarden, inclusief het concurrentiebeding, blijven gelden.

Maak bij een beëindigingovereenkomst expliciete afspraken over de geldigheid van het concurrentiebeding na einde arbeidsovereenkomst en laat daar geen misverstand over bestaan in de contacten met de werknemer.

 

Kantonrechter Utrecht 10 september 2009, LJN: BJ7730