Concurrentiebeding ongeldig bij niet-ondertekend arbeidscontract
Een werknemer was zes maanden in dienst bij een groothandel in (brom)fietsen. In de arbeidsovereenkomst komen partijen een concurrentie- en relatiebeding overeen. Na afloop van de zes maanden maken partijen afspraken over voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever neemt de gewijzigde arbeidsvoorwaarden met concurrentiebeding op in een nieuwe arbeidsovereenkomst, maar de werknemer ondertekent deze niet. Wel geven partijen uitvoering aan de nieuwe arbeidsvoorwaarden.
Ongeveer een jaar later zegt de werknemer zijn arbeidsovereenkomst op om daarna in dienst te treden bij de concurrent. De werkgever wijst op nakoming van het concurrentiebeding. De werknemer voert aan dat dit beding niet geldt, omdat hij de arbeidsovereenkomst nooit heeft getekend. Hij eist in een kort geding een verbod voor zijn werkgever om hem te belemmeren in dienst te treden bij de concurrent.
De kantonrechter oordeelt dat artikel 7:668 lid 1 BW (bij een stilzwijgende verlenging blijven oude arbeidsvoorwaarden gelden) niet opgaat. De arbeidsovereenkomst is immers niet op dezelfde voorwaarden voortgezet. Verder is het van belang dat de nieuwe arbeidsovereenkomst niet door de werknemer is ondertekend, zodat er volgens de kantonrechter alleen een mondelinge arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat. Er is dus niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste zoals opgenomen in artikel 7:653 lid 1 BW. De voorzieningenrechter oordeelt uiteindelijk dat de werknemer niet aan het concurrentiebeding gebonden is en het hem vrij staat bij de concurrent in dienst te treden.
Tip
De formele eisen voor een geldig concurrentiebeding zijn streng. Het is dus belangrijk om bij iedere wijziging van arbeidsvoorwaarden te bekijken of hiermee niet de geldigheid van het concurrentiebeding verloren gaat.
Bron: Kantonrechter Utrecht (Voorzieningenrechter), 29 januari 2009, JAR 2009 / 99