Checklist beëindigen aannemingsovereenkomst
Het Burgerlijk Wetboek kent drie soorten overeenkomsten voor het verrichten van arbeid: de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst van opdracht en de overeenkomst van aanneming.
Hieronder 3 zaken waar u op moet letten rondom het beëindigen van de derde variant: de aannemingsovereenkomst
- Een opdrachtgever kan een aannemingsovereenkomst altijd tussentijds opzeggen. Bij beëindiging is de opdrachtgever verplicht de aannemer de gemaakte kosten (voor de verrichte arbeid) en ook de winstderving te vergoeden. Onder kosten wordt begrepen: de werkelijk gedane uitgaven die noodzakelijk waren voor de totstandkoming van het werk. Hieronder vallen bijvoorbeeld betaalde arbeidslonen en materiaalkosten. Onder winstderving wordt verstaan: de op het werk gederfde winst. Het gaat dus niet om een vergoeding van de winst die de aannemer had kunnen maken als hij voor een andere opdrachtgever aan de slag was gegaan.
- Elke partij kan de aannemingsovereenkomst ontbinden op grond van het feit dat de andere partij niet aan de verplichtingen voldoet die voortvloeien uit de overeenkomst. Zeer kleine tekortkomingen rechtvaardigen een ontbinding niet. Naast ontbinding kan tevens schadevergoeding worden gevorderd.
- Een aannemingsovereenkomst eindigt in principe door de dood van de aannemer. De reden hiervoor is dat een aannemingsovereenkomst gebaseerd is op een vertrouwensrelatie. De opdrachtgever heeft een bijzonder vertrouwen in de capaciteiten van de aannemer en op grond hiervan is de overeenkomst tot stand gekomen. Partijen kunnen wel overeenkomen dat de overeenkomst niet eindigt door de dood van de aannemer. Ook hier valt wat voor te zeggen, omdat de aannemer immers niet verplicht is het werk zelf tot stand te brengen. Een aannemingsovereenkomst eindigt ook door voltooiing van het werk.