Logo
  • Nieuws
  • 15 juli 2015
  • Bron: Aon Nederland

Gewijzigde rekenrente raakt pensioenfondsen aanzienlijk

Door een wijziging in de rekenrente voor pensioenfondsen per 15 juli 2015 daalt de dekkingsgraad van het gemiddelde pensioenfonds met 3,5 procent. Pensioenfondsen worden daardoor op diverse terreinen aanzienlijk geraakt. De betreffende wijziging werd vandaag bekend gemaakt door De Nederlandsche Bank (DNB).

Beeld Gewijzigde rekenrente raakt pensioenfondsen aanzienlijk

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon Hewitt, wereldwijd marktleider in human-resourcemanagement, consultancy en outsourcing, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De rekenrente wordt lager

De wijziging heeft betrekking op de zogeheten Ultimate Forward Rate (UFR). Dat is het niveau waarnaar de rente op de hele lange termijn wordt verwacht toe te tenderen. Op dit moment is het niveau van de UFR vastgesteld op 4,2 procent. Hierdoor wordt de actuele marktrente verhoogd. De wijziging die DNB heeft aangekondigd heeft betrekking op deze 4,2 procent. In de toekomst wordt deze niet meer constant, maar afgeleid van een voortschrijdend gemiddelde van de lange rente over de afgelopen tien jaar. Hierdoor daalt op dit moment het niveau van de UFR naar 3,3 procent.


De dekkingsgraad daalt

De wijziging van de rekenrente is het meest direct terug te zien in de actuele dekkingsgraad van pensioenfondsen. Deze dekkingsgraad daalt gemiddeld met 3,5 procent van 110 procent naar 106 procent. De impact van de wijziging verschilt overigens per pensioenfonds. Voor jongere fondsen is de impact groter en kan de daling oplopen tot 5 á 6 procent. Voor meer verouderde fondsen is de impact kleiner en kan de daling beperkt blijven tot 2 á 3 procent.

De premie stijgt ook

De wijziging van de rentetermijnstructuur heeft niet alleen gevolgen voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Ook de premie zal stijgen.

Pensioenfondsen moeten in beginsel de kostendekkende premie in rekening brengen. Deze premie is gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals die door DNB wordt gepubliceerd. Deze kostendekkende premie is, meer dan de voorziening, gevoelig voor de rente op lange looptijden. Hierdoor is het effect op de premie sterker dan op de dekkingsgraad. De premiegevolgen hangen voornamelijk af van de leeftijdsopbouw van het deelnemersbestand. Berekeningen wijzen uit dat de kostendekkende premie als gevolg van de aanpassing van de rentetermijnstructuur zo’n 6 tot 8 procent stijgt.

Daarnaast zijn er pensioenfondsen die de premie dempen op basis van het verwachte beleggingsrendement. Zij zullen in het vierde kwartaal van 2015 de rekenrente voor de komende vijf jaar vaststellen. Het verwachte beleggingsrendement wordt zeker voor pensioenfondsen die relatief veel in vastrentende waarden beleggen, beïnvloed door de nieuwe rentetermijnstructuur. Voor de pensioenfondsen die de premie dempen op basis van het verwachte beleggingsrendement zal de premie vanwege de nieuwe rentetermijnstructuur gemiddeld met 3 à 4% stijgen.

Tenslotte zijn er pensioenfondsen die de premie vaststellen op basis van de gemiddelde rente over maximaal de achterliggende tien jaar. Hoe langer de periode van middeling, hoe kleiner het effect op de korte termijn op de premie door de gewijzigde rentetermijnstructuur. Op termijn ondervinden zij een vergelijkbaar effect als pensioenfondsen die de kostendekkende premie bij de onderneming(en) en hun werknemers in rekening brengen.

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.