Logo
  • Nieuws
  • 29 september 2014
  • Lianne Bouman

Beschikking Geen Loonheffingen vervangt VAR

Staatsecretaris Wiebes van Financiën gaat de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) vervangen door de Beschikking Geen Loonheffingen (BGL). De BGL maakt zowel opdrachtgever als opdrachtnemer verantwoordelijk voor de status van de arbeidsrelatie en de uitvoering ervan. Op maandag 22 september j.l. heeft de staatssecretaris het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd.

Beeld Beschikking Geen Loonheffingen vervangt VAR

Een opdrachtnemer vraag de BGL aan via een webmodule. Welke vragen op de Webmodule de aanvrager moet beantwoorden blijkt niet uit het wetsvoorstel.  Dit zal nader uit de uitvoeringsregels moeten blijken. De opdrachtnemer krijgt een medeverantwoordelijkheid bij het achterwege laten van de inhouding van loonheffingen, dit in tegenstelling tot de VAR-systematiek, waarbij hij na overhandiging van een VAR-wuo of VAR-dga bij te goeder trouw altijd de inhouding van loonheffingen achterwege kan laten.

Deze systeemwijziging tracht schijnzelfstandigheid tegen te gaan.  Het is ook de bedoeling dat dit systeem per saldo minder administratieve lasten oplevert. Wel zullen de administratieve lasten als gevolg van de introductie van de medeverantwoordelijkheid van de opdrachtgever structureel toenemen.

De regeling

In het nieuwe systeem leidt een aanvraag BGL tot een toe- of afwijzing van het verzoek. De BGL zegt niets over de vraag of iemand al dan niet in aanmerking komt voor ondernemersfaciliteiten. De Belastingdienst is bij de kwalificatie van het inkomen bij de aangifte inkomstenbelasting niet gebonden aan de BGL.  De BGL is dus slechts van belang of er al dan niet inhouding van loonheffingen moet plaatsvinden. Dus ook ingeval voordelen uit werkzaamheden fiscaal moeten worden geduid als resultaten uit overige werkzaamheden, wordt rechtszekerheid geboden over de gevolgen voor de loonheffingen. 

Dit betekent dat als een zelfstandige nu een VAR-ruo zou krijgen, de zelfstandige daardoor in dezelfde positie komt te verkeren als degene die een VAR-wuo ontvangt. De opdrachtgever hoeft dus, zoals bij een VAR-ruo wel het geval is, niet meer te toetsen of sprake is van een  fictieve dienstbetrekking.

Medeverantwoordelijkheid opdrachtgever

De belangrijkste wijziging ten opzichte van VAR-regeling is wettelijk ook vastgelegd (in het wetsvoorstel). Daarin is de medeverantwoordelijkheid van de opdrachtgever opgenomen door als voorwaarde voor een beroep op de BGL op te nemen dat de wijze waarop en de condities waaronder in de onderlinge arbeidsverhouding tussen opdrachtnemer en opdrachtgever wordt gewerkt, overeenkomen met wat vermeld staat op de BGL. Hierbij valt te denken aan:

  • de risicoverdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer;
  • de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever; en
  • de mate waarin de opdrachtnemer zelfstandig kan opereren.

Inwerkingtreding

De uit dit wetsvoorstel voortvloeiende wet treedt daarom niet meteen na plaatsing in het Staatsblad in werking, maar op een later tijdstip, zodat er voldoende tijd zit tussen het moment waarop het wetsvoorstel tot wet wordt verheven en het moment van inwerkingtreding van de wet. In deze periode kan de praktijk definitief beginnen met de voorbereiding op de nieuwe systematiek.

Zie HR Praktijk Premium voor meer informatie over het Wetsvoorstel BGL en andere wetsvoorstellen

 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.