Goede gezondheid leidt niet tot hogere arbeidsparticipatie
Wanneer de gezondheid van ouderen toeneemt, zou de arbeidsparticipatie kunnen stijgen en zouden de zorguitgaven ingeperkt kunnen worden. Bram Wouterse concludeert in zijn proefschrift echter dat een betere gezondheid over het algemeen niet leidt tot lagere uitgaven. Ook is een goede gezondheid wel een noodzakelijke maar niet een voldoende voorwaarde voor arbeidsparticipatie.
De vergrijzing van de Nederlandse bevolking zal naar verwachting leiden tot krapte op de arbeidsmarkt en tot een toename van de zorguitgaven. Dit proefschrift richt zich op de vraag in hoeverre gezond ouder worden kan bijdragen aan het oplossen van die problemen.
Aan het werk komen
Iemand van 65 jaar in goede gezondheid heeft over de rest van zijn leven ongeveer dezelfde zorguitgaven als een 65-jarige met een slechte gezondheid, alleen op een later moment in het leven. Wat betreft arbeidsparticipatie is de belangrijkste bevinding dat een goede gezondheid wel een noodzakelijke voorwaarde is om aan het werk te blijven, maar niet voldoende om aan het werk te komen. Werkende ouderen in slechte gezondheid hebben een hogere kans om te stoppen met werken dan ouderen in goede gezondheid. Echter, de kans dat ouderen zonder werk weer aan het werk gaan is klein, en verschillen in gezondheid spelen daarbij maar een beperkte rol.
Preventie
Een andere belangrijke bevinding is dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen ouderen met chronische ziekten, en een kleinere groep ouderen die daardoor ook beperkingen in hun dagelijks leven ervaren. Het zijn namelijk vooral de beperkingen die leiden tot hoge zorguitgaven en arbeidsuitval.
Uit dit proefschrift blijkt het grote belang om preventiebeleid al vroeg in de levensloop in te zetten. Want hoewel de zorgkosten van gezonde 65-jarigen niet lager zijn, leven ze wel acht tot tien jaar langer, en dat ook nog eens zonder lichamelijke en cognitieve beperkingen. Preventiebeleid bij ouderen zou zich vooral moeten richten op het behoud van functioneren bij mensen met chronische ziekten, om zo participatie te bevorderen en gebruik van langdurige zorg te verminderen.