Als u vakantiekrachten in dienst neemt is het natuurlijk wel de bedoeling dat u de afspraken met de vakantiewerker vastlegt in een arbeidscontract. In 2008 bleek uit een onderzoek van CNV Jongeren dat bijna de helft van de vakantiekrachten werkt zonder contract. Bovendien werkten in het merendeel van deze gevallen de jongeren zwart. Niet alleen voor de vakantiekrachten een ongewenste situatie, maar ook voor de werkgever. Bij zwartwerken loopt de werkgever (en de illegale werknemer) het risico op hoge boetes (tot maximaal € 4.920), en zonder arbeidscontract kunnen er gemakkelijk conflicten ontstaan over de arbeidsvoorwaarden.

 

Tip

In een arbeidsovereenkomst legt de werkgever de duur van de overeenkomst vast, maar bij seizoensarbeid is het niet altijd mogelijk een exacte einddatum vast te stellen. Desondanks is het handig om altijd een specifieke einddatum te noemen. Neem bijvoorbeeld in het contract op: ‘Het dienstverband eindigt van rechtswege op het einde van het seizoen, maar uiterlijk op 1 september 2010.’ Maak ook altijd duidelijk om welk seizoen het precies gaat, bijvoorbeeld bij fruitplukkers het seizoen van de aardbeienoogst.

 

Toestemming

Voor vakantiekrachten onder de 16 geldt dat zij voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst toestemming nodig hebben van hun ouders of voogd. Deze toestemming kan mondeling, schriftelijk of stilzwijgend worden verleend. Van stilzwijgende toestemming is sprake als een kind vier weken heeft gewerkt zonder dat zijn ouders hiertegen bezwaar hebben gemaakt. Maar hier kunt u beter niet vanuit gaan: vier weken lang heeft u geen absolute zekerheid of de ouders het eens zijn met het werk van hun kind. Dit kan vervelende consequenties hebben, bijvoorbeeld als er tijdens het werk een ongeluk met de vakantiekracht gebeurt. Bovendien kunnen de ouders binnen deze vier weken de arbeidsovereenkomst annuleren, omdat hun geen toestemming is gevraagd. Ook de vakantiekracht zelf kan zich om diezelfde reden aan het contract onttrekken. Om onduidelijkheid te voorkomen is het voor de werkgever raadzaam om een ouder of voogd het arbeidcontract mee te laten ondertekenen.

 

Loon

Een vakantiewerker is in feite een ‘gewone’ werknemer met een contract voor bepaalde tijd. U bent dan ook verplicht om minimaal het minimumloon plus de vakantietoeslag van 8 procent uit te betalen. Minder mag niet, meer uiteraard wel. Voor jongeren geldt het minimumjeugdloon. Dit is een percentage van het minimumloon dat oploopt van 30 procent voor 15-jarigen tot 85 procent voor 22-jarigen. Voor vakantiewerkers jonger dan 15 jaar bestaat geen minimumjeugdloon. Voor hen kunt u het minimumjeugdloon van 15-jarigen als norm nemen, maar dit is niet verplicht.

 

Voor vakantiewerkers jonger dan 15 jaar bestaat geen minimumjeugdloon

 

Kinderbijslag en studiefinanciering

Als jongeren veel bijverdienen kan dit gevolgen hebben voor hun kinderbijslag of studiefinanciering. Een student mag in 2010 € 13.215,83 bijverdienen zonder gevolgen voor zijn studiefinanciering. Thuiswonende kinderen onder de 16 jaar mogen onbeperkt bijverdienen. U krijgt dus gewoon uw kinderbijslag. Is uw thuiswonende kind 16 of 17 jaar dan geldt er een maximum van € 1.240 (2010) netto per kwartaal. Woont uw kind niet thuis, dan geldt een bedrag van € 1.754 (2010) netto per kwartaal. Tijdens de zomermaanden (juli, augustus en september) mag uw kind nog eens € 1.100 (2010) netto extra bijverdienen! Wel moet u de inkomsten van uw kind aan de Belastingdienst doorgeven als deze hoger zijn dan € 800. Werkgevers kunnen ouders tegemoet komen door het salaris op deze bedragen af te stemmen.

 

Rechten

Net als andere werknemers bouwt ook de vakantiekracht vakantiedagen op. Wie een maand fulltime heeft gewerkt, heeft recht op 1 ⅔ vakantiedagen. Is er geen vakantie opgenomen, dan kunt u aan het eind van het contract deze vakantiedagen aan de vakantiekracht uitbetalen.

Daarnaast heeft de vakantiekracht recht op de voorzieningen en rechten uit de cao, behalve als in de cao is opgenomen dat de collectieve overeenkomst niet geldt voor vakantiekrachten. Dit is bijvoorbeeld vaak het geval bij de pensioenregeling.

Bij ziekte moet u de vakantiewerker 70 procent van het loon doorbetalen, met als benedengrens het minimum(jeugd)loon. Vaak zal dit dus neerkomen op doorbetaling van het volledige loon. Blijft de werknemer ziek, dan moet u het ziekengeld doorbetalen tot het einde van de contractperiode.

 

Minderjarige vakantiekrachten

Minderjarige vakantiekrachten mogen minder dan volwassenen. Dit geldt niet alleen voor de soort werkzaamheden, maar ook voor de duur van de arbeid. Kinderen jonger dan 13 mogen überhaupt niet werken. (Een uitzondering wordt gemaakt voor uitvoeringen.) Kinderen van 13 en 14 jaar mogen alleen ‘hand- en spandiensten’ verrichten. Dat is licht werk waarbij zij zelf niets produceren. Ze mogen eenvoudig werk doen, maar altijd onder toezicht. Ze mogen per jaar niet meer dan vier weken werken, waarvan maximaal drie weken aaneengesloten. Per dag mogen ze zeven uur werken en per week 35 uur. Tussen 19.00 en 7.00 uur moeten ze vrij zijn.

 

Kinderen van 13 en 14 jaar mogen alleen ‘hand- en spandiensten’ verrichten

 

15-jarigen mogen iets langer werken. Voor hen geldt een maximum van acht uur per dag, 40 uur per week en zes werkweken per jaar (waarvan vier aaneengesloten). Tussen twee werkdagen moeten tenminste 12 uur rust zitten. Ook 15-jarigen mogen nog niet in een fabriek werken, maar alleen niet-industriële arbeid van lichte aard verrichten.

In de Arbeidstijdenwet is opgenomen dat jongeren van 16 en 17 hoogstens negen uur per dienst mogen werken, 45 uur per week en 160 uur per maand. Bij risicovol werk moet altijd begeleiding aanwezig zijn.

 

Arbeidsinspectie

Door hun leeftijd en door ontbrekende of geringe werkervaring schatten jongeren de risico’s bij het uitvoeren van hun werk vaak slechter in dan volwassenen. Van de werkgever wordt verwacht hier bewust mee om te gaan, maar ieder jaar blijkt toch weer dat jongeren onvoorbereid aan het werk gaan. Hierdoor lopen ze meer risico op ongevallen en overbelasting. 

 

Tip

Zorg dat u goed op de hoogte bent van de regels voor vakantiewerk. Wat jongeren wel en niet mogen en wat u moet doen om de veiligheid en gezondheid van jongeren te beschermen, kunt u vinden op de site van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.szw.nl) en de arbeidsinspectie (www.arbeidsinspectie.nl).

 

Premies

Met ingang van 1 januari 2010 is het voor werkgevers voordeliger om jongeren in dienst te nemen of te houden. Het betreft werk voor jongeren tot 23 jaar met een zogenoemde 'kleine baan’ die € 600 of minder verdienen per maand. Het gaat dan bijvoorbeeld om vakantiewerk, bijbaantjes in de horeca, bij supermarkten en drukwerkverspreiding. Werkgevers hoeven geen premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet meer te betalen voor deze jongeren. Hierdoor vallen de loonkosten ongeveer 15% lager en dus voordeliger uit. De regeling is tijdelijk. Of de regeling in 2011 wordt voortgezet, is nog niet bekend.

 

Loonheffing

Vakantiekrachten verdienen in een korte periode hun hele jaarinkomen. Het bedrag dat zij in een vakantiemaand aan salaris ontvangen is dus veel hoger dan hun gemiddelde maandinkomen over een jaar. Dit gemiddeld lage maandinkomen betekent dat zij vaak geen loonheffing hoeven te betalen, terwijl daar op basis van de hoogte van hun salarisuitbetaling in eerste instantie wel vanuit wordt gegaan. De vakantiekracht kan aan het eind van het jaar de te veel betaalde loonheffing met een Tj- of een T-biljet aan de Belastingdienst terugvragen.

 

In de meeste gevallen is loonheffing helemaal niet meer nodig

 

Studenten- en scholierenregeling

Gemakkelijker is het natuurlijk om de teruggave van de loonheffing direct bij de salarisuitbetaling in aanmerking te nemen. Dit kan door gebruik te maken van de studenten- en scholierenregeling. Door deze regeling mag u in uw loonadministratie uitgaan van de kwartaaltabel in plaats van de maandtabel. Door een langer loontijdvak in aanmerking te nemen, mag u rekening houden met een hogere loonheffingskorting en is loonheffing in de meeste gevallen helemaal niet meer nodig.

Om in aanmerking te komen voor de studenten- en scholierenregeling moet u over een verklaring van de vakantiekracht beschikken waarin hij aangeeft gebruik te willen maken van deze regeling. Voorwaarde is wel dat de vakantiekracht in aanmerking komt voor kinderbijslag, studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten.

 

Gegevens

De werknemer moet nu een schriftelijk, gedagtekend en ondertekend verzoek bij u indienen voor het toepassen van de studenten- en scholierenregeling. In dit verzoek moet hij ook het correspondentienummer van de studiefinanciering (of tegemoetkoming studiekosten) of het registratienummer van de kinderbijslag en de ingangsdatum van de regeling vermelden. Verder zijn er geen vormvereisten.

 

Tip

U kunt een Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling) downloaden op de site van de Belastingdienst. Het verzoek moet u bewaren bij de verklaring van de vakantiekracht met zijn naam, geboortedatum, burgerservice-/sofinummer, adres en woonplaats.