Vrouw onterecht van bonus uitgesloten
Een verkooponderneming waar vooral mannen werken, laat de twee vrouwelijke (parttime) medewerkers als enige niet in aanmerking komen voor een bonus. De onderneming maakte een verboden onderscheid op basis van geslacht, volgens de Commissie Gelijke Behandeling.
Een vrouw werkt als financial administrator bij een verkooponderneming, waar acht mannen en twee vrouwen werken. Alle mannen werken fulltime, de beide vrouwen parttime. Het bedrijf kent een bonusregeling. De vrouwen komen niet voor de bonusregeling in aanmerking, hun mannelijke collega’s wel. In de tekst van de bonusregeling en uit andere stukken blijkt nergens dat parttimers uitgesloten zijn van deelname aan de bonusregeling. Maar ook in de tijd dat de vrouw nog fulltime voor het bedrijf werkte, kwam zij niet in aanmerking voor de bonusregeling. Hetzelfde geldt voor haar vrouwelijke collega.
Onderscheid
De vrouw vindt dat onderscheid wordt gemaakt op grond van geslacht en arbeidsduur omdat zij niet voor de bonusregeling in aanmerking én omdat zij een lager loon krijgt dan enkele van de mannen. Op basis van de cijfers concludeert de Commissie Gelijke Behandeling dat er inderdaad een significante samenhang bestaat tussen de deelname aan de bonusregeling en het geslacht. De commissie neemt daarom aan dat de samenhang niet toevallig is en vraagt de onderneming om het vermoeden van verboden onderscheid weg te nemen.
Verboden onderscheid
Het lukt de onderneming niet om te bewijzen dat de uitsluiting van de vrouw voor de bonusregeling gebaseerd is op een functieverschil. De commissie concludeert daarom dat de onderneming een verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van geslacht. Het lagere loon van de vrouw was volgens de commissie wél gerechtvaardigd: ze verrichtte werk op een wezenlijk ander niveau dan de mannen.