We gaan met griep gewoon naar het werk
Dit seizoen is er minder griepverzuim dan in voorgaande jaren. Dat blijkt uit de resultaten van de Grote Griepmeting. Bleef normaal gesproken 85 procent van de Nederlanders thuis bij griepachtige ziekteverschijnselen, de twee vorige winters daalde dat tot 80 procent en deze winter zelfs tot 70 procent.
Nederland heeft het deze winter lang uitgehouden zonder griep. Maar na België, waar de epidemie inmiddels weer afneemt, beleeft nu het zuiden van Nederland een epidemie. Vooral jonge kinderen worden door de griep getroffen. In het noordwesten en vooral noordoosten van Nederland heerst tot nog toe veel minder griep.
Ouders
De griepachtige verschijnselen doen zich voornamelijk voor bij jonge kinderen. Volwassenen met kinderen krijgen eerder griep dan volwassen zonder kinderen. Bejaarden krijgen het minst griep doordat zij veelal zijn gevaccineerd en in hun leven al vaker allerlei vormen van griep hebben gehad.
Uitzieken
“Het lijkt erop dat de economische crisis mensen kopschuw maakt om zich ziek te melden,” vermoedt Carl Koppeschaar, initiatiefnemer van de griepmeting. “Ook als er sprake is van griepachtige klachten werken mensen langer door. Zolang het om een zware verkoudheid gaat, is daar niets mee aan de hand. Maar bij echte griep, of influenza, wordt dat een hachelijke zaak. Je hebt dan immers (hoge) koorts met zware verkoudheidsverschijnselen en spierpijn of hoofdpijn. Met echte griep valt niet te spotten. Soms kunnen er complicaties bij optreden, zoals een keelontsteking, longontsteking, hersenvliesontsteking, ontsteking van de hartspier en bijkomende bacteriële infecties. De kans op complicaties is groter voor mensen met hart- en vaatziekten, longziekten en suikerziekte, nierpatiënten en mensen met weinig afweer door andere ziekten of door medische behandeling. Ook ouderen boven de 60 lopen wat meer risico. Het is dus zaak om goed uit te zieken.”