Tot en met 2010 ging u voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen en inkomenafhankelijke bijdrage ZVW uit van een dagbedrag. U ging uit van 261 dagen per kalenderjaar om de premies per week, per maand, per vier weken op jaarbasis vast te stellen.

 

Nu gaat u niet meer uit van een dagbedrag. U leidt nu alle relevante bedragen af van een (maximum) jaarbedrag. Daarbij gaat u uit van dezelfde rekenregels die al gelden voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen. U gaat dus uit van 260 dagen.

Let op

Als u per vier weken loon uitbetaalt, zal dit een grote verandering met zich meebrengen. Want in het jaar waarin de 53e week verloond zal worden, is er geen verhoging meer voor de maximale bedragen. In het betreffende jaar zullen de sociale lasten dan wel hoger dan wel lager zijn dan voorheen (afhankelijk van het aantal personen onder of boven het maximum).

Loontijdvakken

Om het toepassen van loontijdvakken duidelijk te maken, is vastgesteld dat er sprake is van een loontijdvak als een werknemer loon krijgt voor een van de loonheffingen.

 

Als gevolg hiervan is er per 2011 sprake van drie loontijdvakken:

1. Loontijdvak voor de loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen;
2. Loontijdvak voor de werknemersverzekeringen;
3. Loontijdvak voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.

 

De drie loontijdvakken zullen in de regel hetzelfde zijn, er zijn echter situaties waarin dit niet het geval is. Bijvoorbeeld iemand die een auto van de zaak blijft rijden, maar onbetaald verlof heeft. Er is dan wel sprake van een loontijdvak voor de loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW, maar niet voor de werknemersverzekeringen.

Tip

Het maximumpremieloon voor de premies werknemersverzekeringen bedraagt 49.297 euro (2011). Voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW geldt in 2011 een maximumbijdrageloon van 33.427 euro.