Eenmaal per kwartaal organiseert de werkgever op vrijdagmiddag na werktijd een activiteit voor de werknemers. Ditmaal is de activiteit dansen op rollerskates. De werkneemster komt na enkele meters al ten val en breekt haar pols. Na het helen van de breuk ontwikkelt zich een posttraumatische dystrofie waardoor de werkneemster arbeidsongeschikt raakt. De werkneemster houdt de werkgever aansprakelijk voor de materiële en immateriële schade, primair op grond van artikel 7:658 BW, subsidiair op grond van artikel 7:611 BW. De kantonrechter wijst de vorderingen af waarna de werkneemster hoger beroep instelt. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en bepaalt dat de werkgever zich volgens artikel 7:611 BW niet als een goed werkgever heeft gedragen. Hij heeft namelijk niet gezorgd voor beschermingsmiddelen en instructies.

 

Goed werkgeverschap

Ook de Hoge Raad meent dat het ongeval niet kan uitmonden in aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW, omdat het ongeval zich niet heeft voorgedaan tijdens de uitoefening van de werkzaamheden en er geen nauwe band bestaat tussen de werkzaamheden en de festiviteit. Ten aanzien van de subsidiaire vordering op basis van artikel 7:611 BW overweegt de Hoge Raad als volgt: “... Een werkgever die voor zijn personeel een activiteit organiseert waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers is verbonden, is uit hoogte van de eisen van goed werkgeverschap gehouden de ter voorkoming van die schade redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te betrachten. Anders dan het geval is bij toepasselijkheid van artikel 7:658 BW gelden dan geen bijzondere regels omtrent bewijslast, verdeling en eigen schuld van de werknemer."

 

Tip

Niet alleen tijdens het werk maar ook bij personeelsuitjes moet een werkgever zich als goed werkgever gedragen en de veiligheid van medewerkers in acht nemen.

 

Hoge Raad, 17 april 2009, JAR 2009/128