De meeste werkgevers zijn zich ervan bewust dat zij geen direct onderscheid mogen maken bij het toekennen van bepaalde arbeidsvoorwaarden. Indirect onderscheid bij het toekennen van bepaalde arbeidsvoorwaarden mag ook niet, al is dat soms moeilijker te herkennen.

 

Peildatum

De betreffende vrouw had een contract voor bepaalde tijd die eindigde op 31 oktober 2007. De werkgever hanteerde als eis voor het toekennen van een dertiende maand een peildatum: werknemers die vóór 1 november uit dienst traden kregen geen dertiende maand uitgekeerd. De werkneemster kwam in 2007 dus in het geheel niet in aanmerking voor de extra uitkering. Zij was het hiermee niet eens en legde haar zaak voor aan de CGB.

 

Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd benadeeld

Uit een statistische analyse bleek dat bij het bedrijf opvallend veel werknemers een tijdelijk dienstverband hadden dat liep tot 1 november van een jaar. Door het hanteren van de peildatum werden medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd benadeeld. De Commissie vond dan ook dat het bedrijf daardoor onderscheid maakte op grond van het tijdelijke karakter van de arbeidsovereenkomst.

 

Alternatief middel

De werkgever gaf aan dat het doel van het onderscheid was om medewerkers te binden en administratieve lasten te verlagen. De Commissie bracht daar tegenin dat het eerste doel maar deels passend was en bovendien zou het pro rata uitkeren bij uitdiensttreding een geschikt alternatief middel kunnen zijn. Het tweede doel kon ook evenmin een objectieve rechtvaardiging opleveren. Het beleid van de werkgever kon dus geen goedkeuring krijgen van de CGB.

 

Tip

Betaal op het moment dat de betreffende medewerker uit dienst treedt de dertiende maand naar rato van het aantal gewerkte maanden in een jaar uit. Zo bindt u personeel aan uw bedrijf, omdat de hoogte van de uitkering oploopt naarmate de werknemer langer in dienst blijft en u maakt geen verboden onderscheid.