Werkgever is bang voor ‘gedoe’ bij allochtone sollicitant
Bij gelijke geschiktheid van een sollicitant wordt de autochtone Nederlander als veilige keuze gezien en de allochtone kandidaat als risico. Niet-westerse migranten, vooral Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders, worden bewust niet aangenomen om te verkomen dat er etnische problemen komen. De werkgever is bang dat zij de werkvloer domineren of dat er onenigheid tussen bepaalde bevolkingsgroepen komt.
Dit blijkt uit het onderzoek van de Discriminatiemonitor niet-westerse migranten op de arbeidsmarkt 2010. In ruim honderd gesprekken met diverse personeelsselecteurs (werkgevers, medewerkers van uitzendbureaus, re-integratiebureaus en het UWV WERKbedrijf) is onderzocht welke ervaringen zij hebben met niet-westerse werkzoekenden en werknemers en welke betekenis zij toeschrijven aan discriminatie
Veilige keuze
Werkgevers die bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven aan een autochtoon Nederlandse sollicitant doen dit vaak omdat zij dit de meeste veilige en gemakkelijke keuze vinden. Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders zijn het minst populair. Deels is dit het gevolg van negatieve berichtgeving in de media, maar men geeft aan ook slechte ervaringen met werknemers uit deze groepen te hebben, zo komt naar voren in het onderzoek.
Invloed economie
Niet-westerse sollicitanten beheersen de Nederlandse taal vaak onvoldoende. Ook te grote terughoudendheid beïnvloedt het sollicitatiegesprek negatief. Uiterlijk speelt ook een rol bij het solliciteren, zo valt men bijvoorbeeld geregeld over het dragen van een hoofddoek.
Werkgevers worden minder kieskeurig wanneer de vraag naar arbeid groot is. Het verschil in de kansen op een baan tussen autochtonen en migranten is in economische ongunstige tijden dus groter dan wanneer het beter met de economie gaat.