Voorovereenkomst is arbeidsovereenkomst
Werknemer X werkt als oproepkracht nagenoeg fulltime bij werkgever Y. De werkgever beëindigt de overeenkomst zonder toestemming van het UWV. De werknemer vernietigt de opzegging, maar de werkgever stelt dat er sprake is van een voorovereenkomst. Het Hof oordeelt op basis van de bedoeling van partijen dat er wel degelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst.
De werknemer werkt als straatcoach bij de werkgever. Vanaf februari 2007 tot augustus 2008 heeft de werknemer nagenoeg fulltime gewerkt. De werkgever meent dat er sprake is van een voorovereenkomst, maar de kantonrechter oordeelt dat het in zijn ogen gaat om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en wijst de loonvordering van de werknemer toe. De werkgever stelt hoger beroep in.
Weerleggen van vermoeden
Het Hof stelt vast dat de werknemer gedurende drie opeenvolgende maanden wekelijks en bovendien gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid heeft verricht. Op basis van art. 7:610a BW is daarom sprake van een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst. Het is aan de werkgever om dit vermoeden te weerleggen.
Omzetten arbeidsovereenkomst
Op het verweer van de werkgever dat de cao een specifieke regeling bevat om onder de daar vermelde voorwaarden het afroepcontract te laten omzetten in een arbeidsovereenkomst, oordeelt het Hof dat de tekst in de cao zich strikt genomen niet laat verenigen met de bedoeling van de werkgever. De werknemer heeft kunnen menen dat de cao in zijn geval niet van toepassing was. Daarom vindt het hof dat de werkgever het vermoeden van artikel 7:610a BW niet heeft weerlegd en dat de voorovereenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt.
Let op
De voorovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst in de zin van de wet. Het is slechts een afspraak tussen partijen om, na oproep, een tijdelijke arbeidsovereenkomst aan te gaan.
Gerechtshof Amsterdam, 21 juli 2009, LJN: BJ7372