Ruimte voor maken van fouten zorgt voor beter getrainde deelnemers
Het zal je maar gebeuren: je neemt deel aan een training en moet een opgave maken, en om een of andere reden lukt het je niet. Terwijl de trainer de benodigde handelingen net nog uitvoerig gedemonstreerd en besproken heeft. En zo heel moeilijk zag het er niet uit toen hij het voordeed. Daar gaat je extra pauze, want wie klaar was mocht alvast koffie gaan halen.
“Anyone who has never made a mistake has never tried anything new.” (Albert Einstein)
Lekker interactief
Is het eigenlijk erg om een opgave niet af te krijgen of om fouten te maken tijdens een training? Ik ben ervan overtuigd van niet. Het is wel jammer van de extra koffiepauze die je als beloning in het verschiet werd gesteld. Maar ruimte voor het maken van fouten zorgt voor beter getrainde deelnemers.
En die ruimte is er nu nog niet. Het is een ongeschreven wet in ieder leslokaal: betrapt worden op het maken van fouten is het ergste wat je kan overkomen. Dat deze wet de bereidheid van deelnemers tot het stellen van vragen tot een minimum heeft beperkt, schijnen niet alle trainers zich te realiseren. Daar doet een ‘we maken het lekker interactief, stel gerust vragen tussendoor’-introductie niets aan af, ben ik bang.
Toch niet zo makkelijk
Zorgt deze wet er soms ook voor dat trainers opgaven uitdelen met een zo hoog mogelijke succes-garantie? Of willen ze de deelnemers ook wat zelfvertrouwen meegeven? Met dat laatste lijkt op zich niks mis. Maar ik betwijfel of je van eenvoudige opgaven, zoals puur het reproduceren van handelingen, wel genoeg opsteekt. En dan laat ik het feit dat het opleidingssysteem een ideale situatie bevat gemakshalve buiten beschouwing. Ik hoor vaak van deelnemers dat, eenmaal terug op de werkplek, het toch allemaal niet zo makkelijk bleek te zijn. En dat ze tijdens de training vooral geleerd is om in een bepaalde volgorde op knoppen te drukken – en dan ook nog eens met een volledig uitgeschreven stappenplan.
Dergelijke opgaven prikkelen volgens mij te weinig. Terwijl je als deelnemer veel kunt leren van het zelfstandig op zoek gaan naar een oplossing. Dat verhoogt de zelfredzaamheid van de toekomstige gebruiker aanzienlijk. Het leert ze bovendien de structuur van een applicatie of proces beter te doorgronden. Snappen wat je aan het doen bent – en zo uitzonderingen leren herkennen – is een minstens zo belangrijk leerdoel. De lat mag best wat hoger gelegd worden door de trainer.
Vrijer om te experimenteren
De ongeschreven wet krijgen we niet 1-2-3 veranderd, vrees ik. Maar als we fouten op laten lossen in plaats van ze direct te veroordelen, bestaat de kans dat deelnemers zich vrijer voelen te experimenteren in een training en hun koffiepauze willen opgeven om toch die opgave op te lossen. En zeg nou zelf: je bent toch trotser op wat je zelf hebt uitgevonden dan wat je hebt gekopieerd?