Logo
  • Nieuws
  • 2 maart 2016
  • Mariel Hovemann
  • Bron: AD

Ziekteverzuim politie sterk omhoog door reorganisatie

Ieder jaar gaat het ziekteverzuim bij de politie omhoog. In 2013 was het 5,7 procent, in 2014 6,1 en vorig jaar zat gemiddeld 7 procent van de agenten ziek thuis. Onder meer de reorganisatie van de Nationale Politie is debet aan de sterke stijging zegt Frank Giltay, voorzitter van de centrale ondernemingsraad van de politie in het AD.

Beeld Ziekteverzuim politie sterk omhoog door reorganisatie

Ondanks diverse maatregelen van de korpsleiding om het langdurig ziekteverzuim omlaag te krijgen – zo werd in 2014 een taskforce opgericht en kregen leidinggevenden training om met zieke medewerkers om te gaan - blijft het ziekteverzuim stijgen. Volgens Giltay leeft een grote groep agenten al lange tijd in angst en onzekerheid en daar worden ze letterlijk ziek van. “De menselijke maat is volstrekt onderbelicht gebleven in de reorganisatie. Agenten krijgen te horen dat ze 100 kilometer verderop moeten gaan werken. Of ze herkennen zich niet in hun nieuwe functieprofiel. Daarvan gaan ze slecht slapen. En ja, dan wordt je vatbaarder voor ziektes,” aldus de voorzitter.

Bezwaar tegen functie-indeling

Ruim 6.500 agenten hebben de afgelopen maanden bezwaar gemaakt tegen hun nieuwe functie-indeling. Vooral politiemedewerkers in ondersteunende functies komen in verzet tegen nieuwe taken of de locatie waar ze moeten gaan werken. De OR wil dat de nieuwe korpschef Erik Akerboom onafhankelijk onderzoek laat doen naar de oorzaken van de ziektegolf.

Analyse naar oorzaken

De politietop zegt geschrokken te zijn van het hoge ziekteverzuim in 2015. Een woordvoerder kondigt in het AD een analyse aan waarin “eventuele effecten van de vergrijzing binnen de politie, de langdurig personele reorganisatie en de werkdruk worden meegenomen.”

 

 

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.