Bijklussen tijdens arbeidsongeschiktheid
Een zieke werknemer hoeft niet thuis op de bank te blijven zitten totdat hij weer in staat is om zijn werk (geheel of gedeeltelijk) te hervatten. Natuurlijk mag de zieke werknemer naar buiten en activiteiten verrichten. De vraag is echter waar de grens ligt. Die grens ligt ergens tussen het advies van de bedrijfsarts en het verbod voor de werknemer om zijn genezing te belemmeren of te vertragen. Vervolgens is de vraag wat de juiste sanctie is wanneer de werknemer de grens overschrijdt. In de navolgende zaak heeft de werknemer de grens overschreden en dit is door de werkgever direct gesanctioneerd met ontslag op staande voet. Volgens de kantonrechter is dit terecht.
Feiten en omstandigheden
Werknemer is sinds 2004 in dienst bij werkgever. Werknemer verricht met name inpakwerkzaamheden en daarmee samenhangende activiteiten.
Begin 2015 heeft een incident plaatsgevonden als gevolg waarvan werknemer op zijn functioneren en gedrag is aangesproken. Hierbij is werknemer erop gewezen dat een volgende misstap zal leiden tot ontslag.
Op 4 maart 2015 heeft werknemer zich ziek gemeld. De bedrijfsarts achtte werknemer volledig arbeidsongeschikt. De bedrijfsarts stelde vast dat werknemer beperkingen ondervond ten aanzien van zwaar tillen, dragen, duwen en trekken.
Werkgever vertrouwde de ziekmelding niet en heeft een recherchebureau ingeschakeld om werknemer te observeren. Het recherchebureau constateerde dat werknemer iedere dag werkzaamheden verrichtte die vergelijkbaar waren met zijn inpakwerkzaamheden bij werkgever.
Op 31 maart 2015 heeft werkgever werknemer geconfronteerd met de bevindingen van het recherchebureau. Werknemer ontkende dat hij werkzaamheden zou hebben verricht. Werkgever heeft werknemer vervolgens op staande voet ontslagen.
Werknemer heeft het ontslag vernietigd en bij de kantonrechter doorbetaling van zijn salaris gevorderd.
Oordeel kantonrechter
Het recherchebureau heeft op verschillende dagen in maart geconstateerd dat werknemer vroeg in de ochtend van huis vertrok, meestal in gezelschap van een bijrijder, dat hij bij verschillende bedrijven langsging en dat kratten werden in- en uitgeladen. Werknemer heeft als verklaring hiervoor aangevoerd dat hij bij vrienden en kennissen langs ging om koffie te drinken en een praatje te maken.
De kantonrechter acht de verklaring van werknemer – afgezet tegen de gedetailleerde rapportage van het recherchebureau – niet geloofwaardig. Het wordt door de kantonrechter ook niet geloofwaardig geacht dat werknemer als vriendendienst met kratten gaat sjouwen, terwijl hij sinds 4 maart 2015 ongeschikt werd geacht om dergelijke werkzaamheden voor zijn werkgever uit te voeren.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat werknemer tijdens zijn arbeidsongeschiktheid stelselmatig het soort werkzaamheden uitvoerde waartoe hij bij zijn werkgever beweerdelijk niet in staat zou zijn. Door zo te handelen heeft werknemer zijn verplichtingen als goed werknemer geschonden, nu van een arbeidsongeschikte werknemer verwacht mag worden dat die alles in het werk stelt om zo snel mogelijk terug te keren in zijn eigen functie. Werknemer is door werkgever meerdere malen gewaarschuwd dat hij zijn werkhouding en gedrag moest wijzigen. Werknemer had moeten begrijpen dat hij zich geen misstappen meer zou kunnen permitteren en dat het werken tijdens arbeidsongeschiktheid aanleiding zou kunnen zijn voor een ontslag op staande voet.
Rechtbank Den Haag 24 juli 2015, ECLI 2015:11140.