De werknemer heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een concurrentiebeding. Daarna komen partijen een ‘aanvulling op de arbeidsovereenkomst’ overeen, waarin zij afspreken dat de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in één voor onbepaalde tijd en dat de overige bepalingen uit de arbeidsovereenkomst ongewijzigd blijven.

 

Als de werknemer opzegt en bij een concurrent gaat werken, stelt de werkgever zich op het standpunt dat hij daarmee het concurrentiebeding overtreedt. De werknemer zegt dat het concurrentiebeding zijn geldigheid heeft verloren, omdat het bij de omzetting van de arbeidsovereenkomst naar onbepaalde tijd niet opnieuw schriftelijk is overeengekomen.

 

Wijziging bestaande arbeidsovereenkomst

Het Hof (Gerechtshof Leeuwarden, 22 februari 2011) stelt vast dat partijen met de ‘aanvulling op de arbeidsovereenkomst’ niet beoogd hebben een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te gaan, maar een wijziging van de bestaande arbeidsovereenkomst. Het Hof oordeelt dat het onder die omstandigheden niet nodig is een nieuw concurrentiebeding vast te leggen, zodat het concurrentiebeding zijn werking heeft behouden.

Tip

Het schriftelijkheidsvereiste van een concurrentiebeding moet strikt worden nageleefd. Alleen als er geen sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst of nieuwe of inhoudelijk gewijzigde arbeidsvoorwaarden, hoeft een concurrentiebeding bij een verlenging of omzetting van een arbeidsovereenkomst niet opnieuw te worden afgesproken.