UWV-premies arbeidsongeschiktheid stijgen voor duizenden bedrijven
Forse stijgingen in de UWV-premies voor kortdurende ziekte (Ziektewet) en langdurige arbeidsongeschiktheid (WGA) raken duizenden werkgevers in hun portemonnee. Gemiddeld genomen blijven de premies ongeveer gelijk, maar de sectorale en individuele premies verschillen sterk van elkaar. Zo stijgt de premie voor meer dan 250 werkgevers in het personenvervoer met meer dan een derde.
Dat concludeert risicoadviseur en verzekeringsmakelaar Aon naar aanleiding van de UWV-premies voor de Ziektewet en WGA voor 2018. Het UWV maakte die premies op 1 september bekend.
Werkgevers betalen een premie aan het UWV voor de uitkeringen aan arbeidsongeschikte werknemers en ex-werknemers die in de Ziektewet komen. Voor arbeidsongeschikte werknemers zijn werkgevers tot tien jaar financieel verantwoordelijk.
Flinke premiestijging in de sector industrie
Dat de premiestijging voor de Ziektewet en WGA beperkt blijft, zegt niet zoveel omdat er flinke uitschieters zijn in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Niet alleen de premie voor werkgevers in het personenvervoer, maar ook die voor ruim 1.400 werkgevers in de algemene industrie stijgt flink. Zij zien hun premie in 2018 met bijna 30% stijgen. Die klap komt extra hard aan na de eerdere premiestijging van 20% voor deze sector in 2017.
Er zijn ook werkgevers die juist minder premie gaan betalen, zoals in de hout- en emballage-industrie (goed voor zo’n 600 MKB’ers). Daar dalen de premies voor het tweede jaar op rij flink – dit keer met ongeveer 30%.
“De grote verschillen laten zien dat je als werkgever vooral naar je eigen positie moet kijken en niet naar de gemiddelde premie,” zegt Daniel Rijnbeek, Managing Consultant bij de afdeling Corporate Wellness van Aon Nederland.
Convenant met UWV nodig
Op dit moment wordt de mogelijkheid onderzocht om de loondoorbetaling bij ziekte van werknemers in dienst te verkorten naar één jaar. Reden is dat voor veel werkgevers de lasten nauwelijks meer te dragen zijn. Ook de private verzekeringspremies zouden te hoog zijn voor werkgevers. Demissionair minister Asscher heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten een convenant met het Verbond van Verzekeraars (VvV) gesloten te hebben zodat werkgevers niet te maken krijgen met onverwachte premiefluctuaties.
“Waarom dan geen convenant met het UWV?,” vraagt Rijnbeek zich hardop af. “Juist dáár zien we ieder jaar weer grote premiefluctuaties voor het MKB. Stel dat de formerende partijen besluiten dat de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte wordt ingekort en er een collectieve oplossing komt om de lasten voor MKB’ers te financieren. Wie kan MKB’ers dan garanderen dat ze niet opnieuw een zeer fluctuerende collectieve premie moeten gaan betalen?”
Verzekeringsmarkt grote werkgevers verandert
Grote werkgevers gaan in 2018 gemiddeld zo’n 6% meer premie betalen aan het UWV. Private verzekeringspremies lijken te stabiliseren. Veel werkgevers hebben een driejarig contract afgesloten met premiegarantie binnen bepaalde bandbreedtes. Toch zijn de verschillen tussen individuele werkgevers groot. “Wij kennen het voorbeeld van een werkgever die nu nog verzekerd is bij het UWV en die in 2018 een premieverdubbeling kan verwachten,” aldus Rijnbeek. “Daarom onderzoeken we nu of de private verzekeringsmarkt een betere oplossing voor 2018 kan bieden.”
De laatste cijfers van Aon laten zien dat private verzekeraars steeds beter met het UWV weten te concurreren. Ook blijkt dat steeds meer werkgevers traditionele verzekeraars links laten liggen, omdat zij het risico écht zelf willen dragen.
Extra administratie en verantwoordelijkheden als afweging
Een premievergelijking alleen is volgens Rijnbeek niet voldoende voor de afweging tussen het UWV en een private verzekering. Zo geeft een private verzekering ook extra administratieve verplichtingen en de verantwoordelijkheid om arbeidsongeschikten te begeleiden. Ruim 15.000 werkgevers kozen in 2017 een private oplossing ten aanzien van de Ziektewet. Voor de WGA zijn bijna 26.000 werkgevers privaat verzekerd.
“We merken dat werkgevers, groot en klein, deze verplichtingen graag op zich nemen mits ze daarbij goede ondersteuning krijgen,” aldus Rijnbeek. Sociale overwegingen en eigenbelang spelen daarbij een rol. “Werk is de beste sociale zekerheid voor een werknemer. Een werknemer of ex-werknemer die zelf inkomsten uit arbeid heeft, bespaart zijn werkgever kosten.” Omdat de private markt met name voor MKB’ers nog geen passende oplossing heeft gevonden, kiezen steeds meer MKB’ers voor het UWV. “De vele innovaties die nu plaatsvinden, moeten tijd krijgen om zich te ontwikkelen,” aldus Rijnbeek.
Keuze-deadline: 1 oktober
Aon adviseert werkgevers om een gedegen afweging te maken tussen de kosten en baten van het UWV versus die van een private verzekering, zowel in termen van premies en uitvoeringskosten als in langetermijnlasten. De tijd hiervoor begint wel te dringen: werkgevers die het UWV willen verlaten, moeten dit vóór 1 oktober kenbaar maken aan de Belastingdienst.