SHARE bevat gegevens over de leefgewoonten van ongeveer 30.000 Europese vijftigplussers in vijftien landen. De gegevens komen uit Belgie, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Israel, Italie, Nederland, Oostenrijk, Polen, Spanje, Tsjechie, Zweden en Zwitserland. De databank is opgezet door Tilburgse economen naar een Amerikaans voorbeeld. Om de twee jaar komen er nieuwe gegevens uit de databank. De gegevens zijn afkomstig uit interviews.

 

Vergrijzing

Een belangrijke uitkomst van SHARE is dat gezonde mensen ongeveer twee jaar later met pensioen gaan. Dit leidt tot de conclusie van de Tilburgse economen dat bij het preventief investeren van drie procent van het nationaal inkomen in gezondheid, het arbeidspotentieel ondanks de vergrijzing op peil kan blijven. Daarnaast zorgen goede arbeidsomstandigheden voor een latere pensionering. Bij slechte arbeidsomstandigheden horen een slechte gezondheid en depressiviteit. De arbeidsomstandigheden in Noord-Europa zijn beter dan die in Zuid-Europa.

 

Overgewicht

Uit SHARE blijkt verder dat Noord-Europeanen gezonder zijn, maar dat Zuid-Europeanen langer leven. Het is nog niet duidelijk of dit een genetische of maatschappelijke oorzaak heeft. De Tilburgse economen hebben alvast de verschillen per land qua overgewicht onderzocht. Zo is in Zwitserland twaalf procent van de vrouwen te zwaar en in Spanje ruim 25 procent. Mensen met overgewicht lopen aantoonbaar meer risico op chronische aandoeningen.

 

Familiecultuur

Verder hebben Tilburgse onderzoekers bewezen dat de mate van steun tussen generaties afhankelijk is van de familiecultuur in een land. Zuid Europa kent een sterker familiegevoel dan het noorden en familieleden steunen elkaar daar meer. Ook wonen Zuid-Europese ouderen dichter bij hun familie dan ouderen in Noord Europa. Opvallend is verder dat in Noord-Europa ouders hun kinderen financieel steunen, terwijl de Zuid-Europese ouders financieel ondersteund worden door hun kinderen.

 

Tip

U kunt uw bedrijfsarts vragen u te ondersteunen bij het schenken van meer aandacht aan gezondheidsproblemen van werknemers die stagneren in hun werk. Hierdoor kunt u tijdig maatregelen treffen om te voorkomen dat werknemers vastlopen in hun werk. Daarmee voorkomt u zowel arbeidsverzuim als dat u ermee zorgt dat (oudere) werknemers hun energie beter in hun werk kwijt kunnen en daardoor langer kunnen doorwerken.