Logo
  • Nieuws
  • 21 maart 2013
  • Ella Beentjes

Werknemer bang over te werken door HNW

Te laat stoppen met werken, altijd bereikbaar moeten zijn en meer individualisme op de werkvloer. Dat zijn de grootste zorgen van werknemers bij Het Nieuwe Werken. Weinig verstand van ICT vormt echter geen belemmering om flexibel te werken.

Dit blijkt uit onderzoek van Qidos, HR advies- en trainingsbureau, onder ruim 18.000 werknemers bij ruim 40 organisaties. Het onderzoek richtte zich zowel op het bedrijfsleven als de non-profitsector in diverse sectoren.

De resultaten laten zien dat 26 procent van de werknemers graag wil overstappen op HNW. Slechts 5 procent heeft slechte ervaringen met HNW. De belangrijkste voordelen vonden de respondenten; werk en privé beter combineren, hogere productiviteit en besparing van reistijd en files vermijden.

Obstakels van HNW

Toch zijn er nog wat drempels bij de werknemers. Waar ze zich het meest zorgen over maken is het langer doorwerken op een dag. Ook zijn ze bang voor negatieve reacties als ze later beginnen en is het voor velen nog een uitdaging om tot een goede structuur te komen van de thuiswerkdag. Bij de samenwerking maken ze zich zorgen om de aandacht voor elkaar. Het gebrek aan ICT kennis is voor weinig een obstakel.

'Uit deze cijfers blijkt opnieuw hoe belangrijk het is aandacht te besteden aan de menskant van Het Nieuwe Werken. De kritische succesfactor voor het slagen van Het Nieuwe Werken', zegt Qidos directeur Martijn de Wildt.

Overheid loopt achter op bedrijfsleven

Bij de overheid geeft de manager nog weinig vertrouwen en vrijheid aan de werknemers. Het bedrijfsleven loopt dan ook voorop met de invoering van HNW (25 procent). Werknemers in de non-profit sector hebben minder flexibele werkdagen en daarnaast wordt er minder gestuurd op resultaten dan in het bedrijfsleven.

Vooral jongeren moeite met HNW

Een opvallende uitkomst uit het onderzoek is dat vooral jongere werknemers moeite hebben met HNW. Zij hebben behoefte aan structuur en meer last van uitstelgedrag. Ook hebben ze meer behoefte aan training dan oudere werknemers. 50-plussers maken zich het minste zorgen om het zelfstandiger werken, maar ze vinden een vaste werkplek dan wel weer belangrijker dan jongere werknemers.

'Er komt een nieuwe generatie werknemers aan die gewend is continu met elkaar in contact te staan en veel waarde hecht aan vrijheid. Dat deze groep aan het begin van hun carrière behoefte heeft aan structuur en sturing is logisch. Ook binnen Het Nieuwe Werken kan dat goed georganiseerd worden', aldus de Wildt.

Leidinggevende te weinig betrokken

Werknemers zonder vaste werkplek en -werktijden, werken het meest resultaatgericht. Zij vinden de afspraken over resultaten uitdagend en realistisch. Werknemers uit de non-profit en werknemers in roosters staan het meest sceptisch tegenover resultaatafspraken. Een jaargesprek is vrijwel standaard, maar 43 procent van de werknemers praat niet regelmatig met zijn leidinggevende over zijn ontwikkeling.

De Wildt: 'Hier is nog winst te behalen. Een nieuwe manier van werken vereist ook een nieuwe manier van denken. Dat bereik je niet van de één op de andere dag. Het is de kunst om mensen zo te enthousiasmeren dat ze niet ‘moeten veranderen’ maar zelf graag de 'verandering' willen zijn.'

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.