De WWZ kreeg veel kritiek. Het zou namelijk leiden tot een hogere werkloosheid. Dit is volgens de minister onjuist en hoort nu eenmaal bij veranderingen. Die de werkgevers en vakbonden ten slotte zelf hebben aangevraagd aldus de bewindsman. Per 1 juli 2015 gaat de ontslagvergoeding van werknemers met een vast contract omlaag en krijgen flexibele krachten recht op eenzelfde transitievergoeding.

Voor flexwerkers geldt dat zij eerder recht op een vast contract krijgen. Asscher vindt dat flexwerkers  ‘meer perspectief moeten hebben, recht op scholing en uitzicht op een vast contract’. Asscher wil dat bedrijven nu zelf het initiatief nemen om flexwerkers deze kans te bieden, om zo een eind te maken aan de doorgeschoten flexcontracten, laat hij weten aan de lezers van de Volkskrant. 

Werkgevers nalatig

De minister vindt de werkgevers nalatig bij belangen van alle werkenden: “Voor de vakbonden waren afspraken over het loon van de zittende werknemers vaak belangrijker dan de belangen van alle werkenden in een sector. Daardoor zijn er nu in het onderwijs mensen die ieder jaar opnieuw beginnen met lesgeven in dezelfde klas. Iedere zomervakantie vliegen ze er drie maanden uit zodat ze maar niet in vaste dienst hoeven. Daar klopt iets niet.”

Niet verplicht, wel gehoopt

Volgens de minister moet de Nederlandse economie het hebben van kwaliteit, waarvoor gemotiveerde en loyale mensen nodig zijn. Daarvoor is een goede band tussen werkgever en werknemer essentieel. Het is echter niet zo dat werkgevers straks verplicht zijn om iemand een vast contract te geven. Door het verschil tussen vaste werknemers en flexwerkers te verkleinen hoopt Asscher dat werkgevers sneller overgaan op een vast contract.