‘We zijn erg op zoek naar deals met het bedrijfsleven’
De welzijns- en gezondheidszorg van het Leger des Heils groeit. De problemen aan de onderkant van de samenleving worden steeds groter en het Leger moet steeds meer gaten dichten die overheid en maatschappij open laten. Kan het Leger des Heils die groei aan? Een heuse stresstest gaf antwoord.
Het Leger des Heils, in 2012 125 jaar oud, is groter dan menigeen denkt. Er wordt gewerkt met een jaarlijkse begroting van zo’n 275 miljoen euro en er staan meer dan 5.000 mensen op de payroll. Het aantal medewerkers is de laatste jaren zelfs vrij explosief gestegen. In 2005 werkten er nog ‘maar’ 3.800 mensen bij het Leger. Verrassend gezien de welstand van ons landje. Adjunct-directeur van het Leger Harm van Teijlingen, ziet Gerrit Zalm begin dit millennium nog zo met ‘het koffertje’ boven zijn hoofd staan. Het ging geweldig in Nederland, het geld klotste over de drempels. Ondanks die weelde, kwamen ook toen al, en later in verhevigde mate, alleen maar meer hulpvragen bij het Leger binnen. Het lijkt een contradictie. Weelde en hulpvraag. Geld en welvaart is één ding, maar er speelt iets belangrijkers is de overtuiging van Van Teijlingen. “Er is al jaren een individualisering gaande. Mensen raken onthecht. De overheid is overgegaan op marktwerking en dat gaat ten koste van de solidariteit. Mensen weten niet meer waar ze met hun vragen heen moeten. Directe zorg is één, constante zorg is een ander vraagstuk. ” Die constatering heeft bij het Leger een verschuiving in de strategie betekend. Ja, ze zijn er altijd nog voor crisishulp; voor werklozen, verslaafden, dak- en thuislozen. Dat aantal wordt zeker in crisistijden niet minder. Maar voor die opvang zijn ook andere instanties. En dus wil het Leger des Heils minder slaapzalen, dagopvang en soepbussen en ziet het steeds meer een preventieve rol voor zichzelf weggelegd in de periferie van die problemen. Mensen krijgen geen hulp meer bij bijvoorbeeld het invullen van een belastingbiljet of weten de complexe wegen in het land van subsidies niet meer te vinden. Steeds meer hulpvragen zijn ook psychisch van aard en laten zich niet één-twee-drie naar een zorginstantie leiden. Van Teijlingen: “Alles lijkt van overheidswege tegenwoordig afgebakend in taken, maar problemen komen nooit alleen. Wie is er voor het totale vraagstuk? Als iemand alcoholverslaafd is, ligt daar vaak een heel ander vraagstuk aan ten grondslag. Als je bezuinigt op buurthuizen en die sluit, wie komt er dan op voor de mensen in die buurt? Wie zorgt voor samenhang? Er komen steeds meer mensen zonder ‘helpers’. Ik voorspel dat de echt grote problemen in dit land nog gaan komen. Deels omdat er een crisis is en mensen werkloos worden. Vaak levert dat in gezinnen spanningen op en gaat het verkeerd. Daar zal het Leger als het nodig is een rol vervullen. Maar veel meer nog zullen de individualiseringsgolf en het marktdenken mensen onze kant op duwen. Ze kunnen nergens meer met hun vragen terecht. Waar netwerken afbrokkelen, proberen wij die weer op te bouwen.” En dus opent het Leger des Heils onder de naam BIJ Bosshardt (naar de overleden majoor), buurtsteunpunten. De eerste tien, waaronder één in Amsterdam Zuidoost zijn inmiddels geopend, en in de komende jaren zal het Leger des Heils op veel meer plaatsen in Nederland buurtsteunpunten ‘BIJ Bosshardt’ openen. Van Teijlingen: “Enerzijds verketteren we het, anderzijds is er behoefte aan de geitenwollensokken en spruitjesgeur van vroeger. Er is een hang naar retro en de Meisjes van Verkade. Gemeenschapszin. De overheid kan of wil dat niet bieden. De oude infrastructuur van kerken, zuilen en verenigingen is aan het verdwijnen en er komt niets voor terug. Vergis je niet: in Nederland heb je het over tien procent van de bevolking die in nood is. Dat zijn wel 1,5 miljoen mensen. We proberen smeerolie voor het land, de maatschappij, te zijn op de plekken waar het mis gaat. ”
Stresstest
Op het Legerhoofdkantoor in Almere denken ze dus (deels noodgedwongen) in groei. Intern levert dat stress op in zaken als in- en doorstroom en voldoende leiderschapskwaliteiten. Van Teijlingen: “We vragen ons steeds hardop af: kunnen onze leidinggevenden de groei en de complexiteit van de vraagstukken wel aan?” Gelukkig hebben ze bij het Leger qua werving en selectie zowel bij gewone functies als in het hoger kader, geen problemen. En dat mag toch opmerkelijk heten. Nederland ontkerkt en juist daar zit de arbeidspopulatie van het Leger. Nederland wordt ook steeds multicultureler, maar het Leger helpt wel moslims, maar wil ze niet als medewerker. Van Teijlingen: “Het uitgangspunt van christelijke normen en waarden bij medewerkers is heilig voor ons. Die grens is hard. ” Veel salaris betalen doet het Leger ook niet; althans niet naar maatstaven van het bedrijfsleven. Toch slaagt het Leger des Heils erin genoeg vissen te halen uit een leger wordende vijver. Van Teijlingen: “Ik sta er zelf soms van te kijken dat goedbetaalde accountants of juristen bij ons aankloppen. Die leveren zo maar de helft van hun salaris in om hier te kunnen werken. Uit overtuiging! Ik bespeur ook een trend dat mensen minder met ego’s en geld bezig zijn, en meer kiezen voor maatschappelijke betrokkenheid. We kunnen moeiteloos mensen vinden.”
Fondsenwerving
Toch is het Leger des Heils behoedzaam met groei. Misschien wel negentig procent van de inkomsten, komen van rijk, provincie en gemeenten. Denk daarbij aan vergoedingen uit de AWBZ, thuiszorg, reclassering. Taken die het Leger voor overheden invult. Een slordige tien procent – zo’n twintig miljoen euro – komt uit eigen fondsenwerving en nalatenschappen. Juist die tien procent is dus voor het segment van plustaken die het Leger liever wil gaan invullen. Maar dat budget is relatief klein. En ook het Leger ziet de dreigende bezuinigingswolk aankomen. Meer vraag en minder inkomsten… dat gaat knellen. Van Teijlingen: “En dus hebben we hier intern een stresstest uitgevoerd, net zoals de banken dat hebben gedaan. Kunnen we de toekomst aan. We hebben onder meer geconcludeerd dat we gaan kijken naar flexpools om de groei in personeel op te vangen. Daar praten we met de OR over. Dat doen we liever dan werken met uitzendbureaus omdat we dan btw moeten betalen. Flexpools zijn voor ons minder risicovol. Dalende inkomsten willen we verder tackelen door in te dikken in gebouwen en mensen meer met een laptop te laten werken.” Het Leger wil ook een ander spoor gaan bewandelen om de groei aan te kunnen: meer werken met vrijwilligers. En dan het liefst in combinatie met het bedrijfsleven, omdat bedrijven als een van de weinigen nog een georganiseerde infrastructuur kennen in de hedendaagse maatschappij. Van Teijlingen geeft de Belastingdienst als voorbeeld. “Ik gaf eerder het voorbeeld van het invullen van belastingformulieren. Als je als Belastingdienst nu maatschappelijk verantwoord bezig wilt zijn, wat is er dan mooier om onze klanten pro deo te helpen met aangifte van belasting. Of bankiers die mensen helpen met schuldhulpverlening; callcenters die voor ons meldpunt kunnen zijn voor zorgvragen. Waar burgers heen kunnen bellen als ze zwervers in bosjes of onder bruggen zien liggen. We zijn erg op zoek naar dat soort deals om onze groei vorm te kunnen geven. Een leuke maatschappij heeft geëngageerde bedrijven nodig.” Op het vlak van HR heeft Van Teijlingen nog een andere zorg. Met een zo’n enorm gepassioneerde groep mensen die vanuit overtuiging hun werk doen, is de aanname gerechtvaardigd dat het ziekteverzuim laag ligt. Niets is minder waar. Het verzuim ligt hoger dan gemiddeld in de zorg, daar waar het verzuim toch al hoog is. De adjunct-directeur heeft er wel een verklaring voor. “Onze mensen gaan vaak zeer ver in hun passie. Willen zo graag mensen helpen, zijn zo onvoorwaardelijk betrokken bij hun klanten, dat ze te veel hooi op hun vork nemen. Op een gegeven moment breekt dan de lijn. Het is opmerkelijk dat nogal wat mensen hier afhaken na twee tot vier jaar. Ze komen binnen met een enorme drive, maar onderschatten hoe zwaar het werk is. Binnen HR willen we daar beter mee omgaan om tijdig mensen andere functies te bieden of ze bij te scholen. Zo voorkom je dat ze afhaken.” Andere zorg ligt bij veiligheid van mensen. Niet zelden zijn klanten agressief of zelfs fysiek. De omstandigheden waar medewerkers van het Leger des Heils werken, zijn niet van gevaar ontbloot.
Collecteren
Sinds kort gaat het Leger des Heils weer langs deuren met collectebussen. Dat hebben ze jaren niet gedaan, maar geldnood is niet de directe reden om de bus weer op te houden. Van Teijlingen: “Nee, we merkten dat ook wij het contact met mensen aan het verliezen waren. We hebben naam en faam, maar je moet wel zichtbaar blijven. Dat denken we beter te kunnen door weer te gaan collecteren met een bus.” Gesproken over naam en faam… Majoor Bosshardt was het absolute boegbeeld van het Leger des Heils. Is er, na haar overlijden, geen nieuw boegbeeld nodig? Iemand die het Leger op de kaart houdt? Van Teijlingen: “We hebben 10.000 boegbeelden/ majoor Bosshardts, namelijk onze medewerkers, vrijwilligers en heilsoldaten. Zij stralen het Leger uit, dat hoeft niet in één persoon te zitten. Onze directeur Ine Voorham is bijvoorbeeld heel goed in de contacten in het Haagse. Dat heeft net zoveel waarde als een boegbeeld. Anderzijds realiseren we ons dat de majoor nog steeds een geweldige uitstraling heeft. Na haar overlijden heeft bijvoorbeeld Paul de Leeuw uitgesproken haar elk jaar te willen herdenken. En tot nu toe is het niet nodig geweest om hem daaraan te helpen herinneren…”
‘2008 was stormachtig. We hebben grote verliezen geleden’
Opmerkelijke passage in het jaarverslag van 2009 van het Leger des Heils over het beleggingsbeleid. Of wel: de financiële crisis heeft er ook bij het Leger des Heils stevig ingehakt. Op een vermogen van zo’n tachtig miljoen, verdampte zo’n zes miljoen. Een fors deel zat in aandelen. “We zijn daar mee gestopt,” laat Van Teijlingen weten. “We stoppen ons geld nu alleen nog in ´zekere´ staatsobligaties. We hebben geconstateerd dat we door te beleggen in een spagaat komen met onze donateurs. Zulke verliezen kun je niet verkopen aan de achterban. Het geeft bovendien rust in de organisatie nu we niet meer na hoeven te denken over beleggingen in aandelen. Dat had toch een bovenmatige aandacht gekregen. En in de exploitatiebegroting rekenden we al niet met de jaarlijks fluctuerende rendementen op aandelenbeleggingen.”
Beheersing van de HR-gerelateerde kosten
Het Leger des Heils stopt energie in het helpen van mensen met bijvoorbeeld het invullen van belastingformulieren. Zelf heeft het Leger ook hulp ingeroepen voor ‘het invullen van papierwerk’. HR-dienstverlener Robidus zorgt dat HR bij het Leger in control blijft. Dus houden ze actuele wetgeving bij, passen dat waar nodig aan in de systemen en kijken ook er mogelijkheden zijn in het woud van subsidies. Zo kijkt Robidus mee of er mensen opleidingen kunnen volgen via speciale regelingen. Verder controleren ze onder meer of er niet te veel aan premies is betaald, en haalt daar waar nodig geld terug. Belangrijke inbreng hebben ze tevens gehad bij de invoering van een private WGA-polis wat volgens Van Teijlingen behoorlijk wat euro’s heeft bespaard. Enige hulp kan het Leger ook wel gebruiken. Ze hebben te maken met acht cao’s, honderd accountantsverklaringen, dertig zorgkantoren, arrondissementen van rechtbanken… Een enorme complexiteit met veel regelwerk. Mick Netiv, algemeen directeur van Robidus, zegt over de inbreng van zijn bedrijf bij het Leger: “De organisatiestructuur van dertien decentrale werkeenheden en een stichtingsbureau maakt het voor het Leger des Heils moeilijk om in ´HR-Control´ te blijven. Twee dagen per week ondersteunt een van onze medewerkers het Leger des Heils bij het beheersen van de HR-gerelateerde kosten. Onze toegevoegde waarde daarbij is: kennis van de wet- en regelgeving. We zijn daarnaast ook actief in procesoptimalisatie. Door zaken anders in te regelen, kun je ook voorkomen dat je geld laat liggen en beperk je de risico’s op naheffingen en boetes.” Los van alle zakelijke beslommeringen, wil Netiv nog iets anders kwijt over de samenwerking tussen Leger en Robidus. “We werken vaak voor profit bedrijven. Dit is toch anders. Zo’n club zet je aan het denken. Wat me vooral verbaasd heeft, is de omvang van de organisatie. Die is veel groter dan ik verwacht had.”